2KGT BLOK 4 SCHRIJVEN

• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Blok 4 Schrijven

Boek blz. 194 t/m 199

lesdoelen

Aan het einde van deze paragraaf:

- weet je wat het verschil is tussen een objectieve en een subjectieve tekst.

- kun je objectieve en subjectieve argumenten (redenen) bij je standpunt geven.

- kun je betrouwbare informatie van internet selecteren.

- kun je een overtuigende tekst schrijven.

stelling:

De directeur van onze school wil ervoor zorgen dat onze school een huiswerkvrije school gaat worden.

Dat betekent: al het huiswerk wordt op school gemaakt, thuis ben je lekker vrij, maar je bent dan wel iedere dag tot 16:30 uur op school. (behalve op vrijdag, dan ben je er tot 14:30 uur. )

Ben je het wel / niet eens met het plan van de directeur? (alleen ja of nee)

Argumenten en beoordelen van deze argumenten

Je hebt de keuze gemaakt voor wel / niet eens met de directeur.

Bedenk 3 argumenten om jouw standpunt duidelijk te maken.

Als we alle argumenten hebben, gaan we ze bespreken.

Geef 3 argumenten waarom je het wel / niet eens bent met de directeur.

zelfstandig werken:

Maak de keuze opdracht 2 of opdracht 3 (blz. 195)

Allebei de opdrachten gaan over objectief taalgebruik.

Maak de opdrachten via de website van de methode.

Lees de theorie op blz. 196

Dadelijk krijg je een stelling te zien.

Bedenk bij die stelling één objectief en één subjectief argument.

Alle argumenten bespreken we daarna.

Stelling: Onderzoek: ‘Pubers doen het beter als middelbare scholen later beginnen’ 

  

Begint de middelbare school van jouw kind ook al om half negen, terwijl hij ‘s ochtends echt niet uit bed kan komen? Jouw kind is niet de enige. Uit onderzoek blijkt dat veel tieners door slaapgebrek niet vroeg op kunnen staan. Het advies? Middelbare scholen later laten beginnen met de lessen. 

stelling

één objectief en één subjectief argument:

Informatie op websites selecteren:

Lees eerst de theorie op blz. 196-197

Lees ook de theorie (schrijfplan) op blz. 197-198

Een tekst schrijven:

Je gebruikt als uitgangspunt het schrijfplan dat je ziet op blz. 197-198

                     Als je het met de schrijver eens bent, gebruik je deze informatie voor jouw tekst.

                    Als je het niet eens bent met de schrijver, gebruik je andere argumenten en   aanvullende informatie om jouw mening duidelijk te maken. 

Schrijf een goede tekst. Denk aan spellingsregels. Maak goede zinnen. Denk aan titel / tussenkopjes etc.                                                Mail de tekst naar jouw docent. 

keuze........

Evaluatie

1.    Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 

2)   Tips en Tops.......

3)   Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (portfolio)