H 14 Duurzaam leven in 1 les


Hoofstuk 14: 
Duurzaam leven
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon


Hoofstuk 14: 
Duurzaam leven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzaamheids-challenge
Ronde 1: 
Schrijf in 1 minuut een verhaaltje over het onderwerp waarin je zoveel mogelijk begrippen verwerkt en uitlegt.
ronde 2
Beantwoord de vragen in Lessonup met je groepje.
Ronde 3:
Verdedig een stelling (docent geeft 3,2 of 1 punt)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.1 Je invloed op de aarde 




Duurzaamheid=
Zo met aarde omgaan dat deze voor iedereen 
in de toekomst op dezelfde manier bruikbaar is



Slide 3 - Diapositive

manieren om zuinig met de aarde om te gaan
genoeg voedsel, drinkwater, energiebronnen en grondstoffen voor iedereen in de toekomst
Schrijf je verhaal in 1 minuten
  • Schrijf in 1 minuut een verhaaltje.
  • Gebruik daarbij zoveel mogelijk begrippen 
  • Je krijgt een punt voor ieder begrip
    dat je goed gebruikt uitlegt.
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.1 Begrippenlijst (10 punten)
Duurzaamheid
primaire- en secundaire- levensbehoefte
Energie
grondstoffen
ecologische voetafdruk
voedselkringloop
koolstofkringloop (fotosynthese en verbranding)
gesloten kringloop
compost

timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

jij gebruikt de aarde op 4 manieren. Noem ze.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

jij gebruikt 
de aarde op 
4 manieren. 

   
     energie - voedsel -
    water -grondstoffen 

Afval ontstaat en moet ergens op aarde naar toe.

Slide 7 - Diapositive

komt van bodem, planten, dieren: uitputting bronnen
afval geeft vervuiling
daarmee wordt de aarde belast
om belasting te beperken duurzamer leven
Welk land heeft de grootste ecologische voetafdruk?
A
rijk, dunbevolkt
B
rijk, dichtbevolkt
C
arm, dunbevolkt
D
arm, dichtbevolkt

Slide 8 - Quiz

milieu wordt meer belast dan vroeger door toenemend aantal mensen en veranderende levensstijl
Ecologische voetafdruk
Manier om uit te rekenen en vergelijken hoeveel van de aarde iedereen gebruikt. 


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor werkt onze kringloop niet goed meer?
A
door teveel zuurstof
B
door te weinig fossiele brandstoffen
C
door teveel koolstofdioxide
D
door teveel reducenten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is er geen gesloten kringloop?
A
In een natuurlijk oerwoud
B
Als je je eigen compost maakt voor je tuin
C
Als je gezond eet en beweegt
D
Bij een mestoverschot

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is duurzaamheid?
A
Duurzaamheid is een keurmerk
B
Duurzaamheid zegt iets over de kosten van een product
C
Duurzaamheid zegt iets over de levensduur of het productieproces van een product
D
Duurzaamheid zegt iets over hoe lang je een product kunt gebruiken

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel liter water gebruik jij per dag?
A
50 liter
B
100 liter
C
120 liter
D
150 liter

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor gebruik je het meeste water
A
voor het koken
B
voor het wassen
C
voor het douchen
D
voor het doorspoelen van de toilet

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat verbruikt het meeste water? 

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

14.2 Voedsel produceren

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf je verhaal in 1 minuten
  • Schrijf in 1 minuut een verhaaltje.
  • Gebruik daarbij zoveel mogelijk begrippen 
  • Je krijgt een punt voor ieder begrip
    dat je goed gebruikt uitlegt.
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.2 Begrippenlijst (20 punten)
-Akkerbouw-tuinbouw-veeteelt-gemengd bedrijf
-monocultuur- intensieve veehouderij/bio-industrie
-mest-mineralen-krachtvoer
-selectieve biologisch afbreekbare 
gewasbeschermingsmiddelen
-veredelen-fokken
-mestoverschot-overbemesting-waterbloei
-ammoniak-verzuring-mestinjectie
-gifophoping

timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de voordelen van intensieve veehouderij voor de boer?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbrengst verhogen
Monocultuur/Bio-industrie
Mest(mineralen in dierenmest of kunstmest)
Krachtvoer (extra mineralen en eiwit)
gewasbestrijding
Veredelen/fokken

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. toename algen en kroos
2. water troebel.  Licht wordt tegengehouden. Bodemplanten sterven 
3. roofvissen kunnen prooi niet meer zien en sterven
4.  afname watervlo, toename algen
 5. algen leven kort en sterven.  Veel reducenten. Weinig zuurstof, veel CO2. Geen leven mogelijk
waterbloei

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekte en besmetting voorkomen
Gewasbeschermingsmiddelen tegen plagen
Goede hygiëne om besmetting te voorkomen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wil zeggen:
selectieve gewasbeschermingsmiddelen
A
alle organismen gaan dood
B
alle plaagorganismen gaan dood
C
Alleen insecten gaan dood, vogels niet

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wil zeggen:
biologisch afbreekbaar gewasbeschermingsmiddelen
A
breekt biologische plagen af
B
breekt alle insecten af
C
wordt afgebroken door de schimmels en bacterien
D
Blijft in het milieu, niet af te breken

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf je verhaal in 1 minuten
  • Schrijf in 1 minuut een verhaaltje.
  • Gebruik daarbij zoveel mogelijk begrippen 
  • Je krijgt een punt voor ieder begrip
    dat je goed gebruikt uitlegt.
timer
1:00

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.3 Begrippenlijst (18 punten)
-recycling-compost-hergebruik
-restafval-vuilverbrandingsinstallatie-
vuilstort-zwerfafval
-fossiele brandstoffen-afvalgassen-
uitstoot-luchtvervuiling-fijnstof-smog-
verzuring-zure neerslag
-koolstofkringloop-natuurlijke  en versterkt broeikaseffect
timer
1:00

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.3 Vervuiling 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 4luchtvervuilingen zijn er? Noem ze.

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtvervuiling
- Smog
- Verzuring
- Broeikasgassen
- Fijnstof

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele Brandstoffen
Duurzame energie
Kern energie
Goed voor het milieu
CO2
wind energie
Uitlaatgassen
6 procent van onze energie is?
waterkrachtcentrale
Verbranden
Raakt op
Onuitputtelijk

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Broeikaseffect: natuurlijk
o.a.
- Methaan
- koolstofdioxide

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het effect van versterkt broeikaseffect?
A
meer zon, dus meer huidkanker
B
meer bewolking
C
meer regen
D
hogere temperatuur

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klimaatverandering
Verandering van het weer gedurende meerdere jaren

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mag de aarde opwarmen?
Hoeveel CO2 uitstoot moeten we daarvoor verminderen (1990-2030)
A
2 graden 95%
B
1,5 graden 49%
C
3 graden 25%
D
4 graden 58%

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de Posbank zie je heel veel dode eikenbomen staan. Dit komt door zure regen. Waardoor ontstaat dit?
A
Stikstofoxides van auto's
B
stikstofoxides van uitwerpselen van koeien
C
Zwaveloxides van diesel uit scheepvaart
D
Zowel A, B als C is juist

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzuring
- stikstofoxide
- zwaveloxide
- ammoniak (ook stikstofverbinding)

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is de biodiversiteit het grootst
A
in een maisveld
B
in de betegelde achtertuin
C
in het bos

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze vorm van aantasting van het milieu noemen we
A
uitputting
B
vervuiling

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

14.4 Duurzaam kiezen
14.4 
Duurzaam kiezen

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf je verhaal in 1 minuten
  • Schrijf in 1 minuut een verhaaltje.
  • Gebruik daarbij zoveel mogelijk begrippen 
  • Je krijgt een punt voor ieder begrip
    dat je goed gebruikt uitlegt.
timer
1:00

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.4 Begrippenlijst (8 punten)
-biologische plaagbestrijding
-energielabel
-duurzame energie- biobrandstoffen- 
biogas- biodiesel
-katalysator- roetfilter
timer
1:00

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van deze opties verlaagt je CO2-uitstoot het meest?
A
hoeveelheid voedsel die je weggooit halveren
B
2 dagen per week geen vlees eten

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk voedsel is het slechtst voor het klimaat?
A
Kaas
B
Rundvlees
C
Melk
D
Varkensvlees

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

14.6
een
warmere
aarde

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee kun je de meeste CO2-uitstoot besparen?
A
Geen wasdroger gebruiken
B
altijd maximaal 5 minuten douchen
C
Je huis zuiniger verwarmen

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

14.6 Begrippenlijst (9 punten)
-klimaat-natuurlijke schommelingen (ijstijd)
-versterkt broeikaseffect (ontbossing- 
fossiele brandstoffen)
-stijging zeespiegel
-klimaatzones veranderen- verwoestijning
-extreem weer
-verandering van de natuur -evolutie
timer
1:00

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de dijken nu zouden doorbreken, blijft jouw school dan droog?
A
ja
B
nee

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee kun je de meeste CO2-uitstoot besparen?
A
Geen wasdroger gebruiken
B
altijd maximaal 5 minuten douchen
C
Je huis zuiniger verwarmen

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions