4K H2 werkwoordspelling: meerdere pv's

Werkwoordspelling
Meerdere persoonsvormen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Meerdere persoonsvormen

Slide 1 - Diapositive

Als je een zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Een zin met drie persoonsvormen is een samengestelde zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

'Igor at een Mars en Stefan dronk een cola' is een samengestelde zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

'De snelle leerlingen mochten van de docent hun tas inpakken' is een samengestelde zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Samengestelde zin
  • Een zin met meerdere persoonsvormen is een samengestelde zin.
  • Door de zin in een andere tijd te zetten, ontdek je de persoonsvorm(en)

Slide 6 - Diapositive

Voorbeelden
Thijs trakteert, omdat hij jarig is.
Thijs trakteert, omdat hij jarig is.

Melanie vraagt of ik ook wat wil drinken.
Melanie vraagt of ik ook wat wil drinken.

Slide 7 - Diapositive

Persoonvorm tt schrijven

* ik-vorm
*ik-vorm+t
*hele werkwoord
Persoonsvorm vt schrijven

*ik-vorm+de(n)
*ik-vorm+te(n)
*schrijf wat je hoort

Slide 8 - Diapositive

Noteer de pv en het ow:
Voor de bruiloft van de koning waren veel gasten uitgenodigd.

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de pv en het ow:
Gisteren scheen de zon zo lekker dat iedereen op het plein stond.

Slide 10 - Question ouverte

Noteer de pv en het ow:
Zaterdag kijken we met de hele klas naar RTL, want dan doet Simone auditie.

Slide 11 - Question ouverte

Noteer de pv('s):
Omdat de trein erg veel vertraging had, kregen alle wachtende reizigers gratis drinken.
A
had, drinken
B
had, wachtende, drinken
C
had, kregen
D
had, kregen, drinken

Slide 12 - Quiz

Tijdens de open dag (...) een mbo-student je rond, zodat je alles rustig (...) bekijken.
A
leid, kun
B
leiden, kunt
C
leidt, kunt
D
leid, kunt

Slide 13 - Quiz

Noteer de goede vorm in de tt:
Peter (vinden) dat onze school (moeten) overstappen op tablets.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de goede vorm in de tt:
(Worden) een sporter altijd gehuldigd als hij een medaille (winnen).

Slide 15 - Question ouverte

Vragen?

Slide 16 - Diapositive