clase 11 - P4 - martes 11 juni 2024

Clase 11 - P4 - martes 11 de junio 2024
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Clase 11 - P4 - martes 11 de junio 2024

Slide 1 - Diapositive

¿Qué hacemos hoy?
Leerdoelen:

1. Ik herhaal regelmatige werkwoorden op -ar, en ik leer en oefen met 4 wederkerende werkwoorden.
2. Ik combineer deze werkwoorden
met een kloktijd.




Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden op -ar
habl-ar
spreken
trabaj-ar
werken
estudi-ar
studeren
escuch-ar
luisteren
compr-ar
kopen
Voorbeeldzinnen:
Mi mamá habla francés.
Estudio español.
Trabajamos en el supermercado.
Mi hermano compra una casa.
Escucho música hiphop.




-o
-as
-a
STAM +    -amos
-áis
-an

Slide 3 - Diapositive

VERBOS REFLEXIVOS
  • Wederkerende werkwoorden eindigen altijd op -se
  • Stap 1: Om ze te vervoegen haal je -se eraf en dan hou je een werkwoord over dat eindigt op -ar/-er of -ir, bijvoorbeeld: lavarse = zich wassen.
  • Stap 2: Vervoeg het werkwoord zoals je geleerd hebt, en plaats de juiste uitgang achter de stam.
  • Stap 3: Zet nu het wederkerend voornaamwoord ervoor: me, te, se, nos, os, se 

Me lavo a las 8 de la mañana

Slide 4 - Diapositive

Verbos reflexivos
Uitgangen blijven hetzelfde!
-o, -as, -a, -amos, -áis, -an

Er komt een woordje extra vóór!

Slide 5 - Diapositive

Ejemplos



¿Cómo te llamas?                          Me llamo Andrés.
¿A qué hora te levantas?            Me levanto a las 7 y cuarto.
¿A qué hora te duchas?              Me ducho a las 7 y media (de la mañana).
¿Te acuestas tarde?                      Sí, me acuesto tarde: a las 11 y media. 

llamarse
levantarse
ducharse
acostarse
heten
opstaan
zich douchen
naar bed gaan
           Je moet de ik- en de jij-vorm kunnen gebruiken

Slide 6 - Diapositive

Werkblad maken 
* Je leert wat een wederkerend werkwoord is
* Je leert iets uit jouw dagschema combineren met
een kloktijd


timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

"levantarse" betekent "opstaan" en is, net als llamarse, ducharse en acostarse, een wederkerend werkwoord.

Hoe zeg je "ik sta op" in het Spaans.
A
te levantas
B
levanto
C
se levanta
D
me levanto

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans:
'Ik sta om 7 uur op'
A
Te levantas a las siete
B
Me levanto las seis
C
Me levanto a las siete
D
Me levantarse las siete

Slide 9 - Quiz

Wat zou een logisch antwoord zijn op de vraag: ¿Cómo te llamas?
A
Mi hermana es Paula
B
Mi madre se llama
C
Mañana Paula
D
Me llamo Paula

Slide 10 - Quiz

¿Qué significa?
acostarse
A
opstaan
B
naar bed gaan
C
in slaap vallen
D
heten

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive