5. Stunde: Possessivpronomen

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Kapitel 4: Auf die Plätze, fertig, LOS!

Agenda:

Possessivpronomen 

(possessive pronouns/

bezittelijke voornaamwoorden)

1. Wiederholung

Personalpronomen

S. 128

Read the list of personal pronouns.

Lies die Liste mit den deutschen Pronomen durch.

ich

du

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

ik

jij

hij / zij / het

wij

jullie

zij / u

ik

jij

hij

zij e.v.

wij

jullie

het

u

zij

ich

ihr

er

es

wir

du

sie e.v

Sie

sie

S. 128

2. Wiederholung

ein/kein

eine/keine

Was war das nochmal?
ein/kein - eine/keine

Was hat das miteinander zu tun?

How is this connected?

Possessivpronomen

Bezittelijke voornaamwoorden

(Possessive pronouns)

          Possessive pronoun

• the answer lies in the name: with a possessive pronoun you show who possesses/owns something
• with a possessive pronoun you can express if something is yours or from somebody else.

     Bezittelijk voornaamwoord

• de naam zegt het al: een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan.
• met een bezittelijk voornaamwoord kan je aangeven of iets van jou is of van iemand anders.

Personal pronouns	possessive pronouns	bezittelijke voornaamwoorden
ich	mein -	mijn
du	dein-	jouw
er	sein-	zijn
sie	ihr-	haar
es	sein-	zijn
wir	unser-	ons, onze
ihr	eur-	jullie
sie/Sie	ihr/Ihr-	hun/uw

S. 182

5. Stunde: Possessivpronomen