Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
§2.1 Moleculen en atomen
Hoofdstuk 2 Chemische reacties
Slide 1 - Diapositive
Doelen
Aan het eind van §2.1 (Moleculen en atomen) kan ik:
benoemen dat moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
het verschil uitleggen tussen elementen en verbindingen.
moleculen weergeven in molecuulformules.
de systematische naamgeving van moleculen toepassen.
het verschil tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en een chemische reactie op microniveau beschrijven.
Slide 2 - Diapositive
Doelen
Aan het eind van §2.1 (Moleculen en atomen) kan ik:
benoemen dat moleculen bestaan uit atomen
de atomen weergeven in symbolen
Slide 3 - Diapositive
Chemische reacties
Overal om ons heen vinden chemische reacties/processen plaats
Bij chemische reacties verdwijnen stoffen en ontstaan er nieuwe stoffen.
Een chemische reactie kun je weergeven in een reactieschema:
Beginstof(fen) ⟶ reactieproduct(en)
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Het alfabet en het Periodiek Systeem der Elementen
Slide 6 - Diapositive
Het alfabet en het PS
Alfabet
PS
Letter
Atoom
Woord
Molecuul
Zin
Stof
Verhaal
Materialen
Een atoom is de bouwsteen van moleculen. De atomen in een molecuul zijn met atoombindingen met elkaar verbonden
Slide 7 - Diapositive
Atoomsoorten
Er bestaan 118 verschillende atoomsoorten.
Atoomsoorten worden ook wel elementen genoemd.
Alle atomen/elementen hebben een symbool.
Tabel 1 moet je kennen!!!!
Slide 8 - Diapositive
Moleculen
Moleculen kun je
weergeven met een
molecuulformule.
Slide 9 - Diapositive
Elementen
Stoffen met moleculen die maar uit één soort atomen bestaan, noem je elementen.
Verbinding
Moleculen die meer dan één atoomsoort bevatten, noem je een verbinding.
Slide 10 - Diapositive
Moleculen en atomen zijn onzichtbaar klein. Als je zuiver water (H2O), zuivere alcohol (C2H6O) en keukenzout (NaCl) met elkaar in een glas mengt, krijg je een heldere, kleurloze oplossing.
Hoeveel soorten atomen zitten er in dat glas?
A
1
B
3
C
5
D
vele miljoenen
Slide 11 - Quiz
Moleculen en atomen zijn onzichtbaar klein. Als je een theelepel zuivere suiker oplost in een glas zuiver water, ontstaat een heldere suikeroplossing.
Hoeveel soorten moleculen zitten er in dat glas?
A
1
B
2
C
3
D
miljoenen
Slide 12 - Quiz
Verbinding
Element
H2
CH4
Cl2
HF
C6H12O6
Na
Slide 13 - Question de remorquage
Chemische reacties
Bij een chemische reactie verdwijnen moleculen van de beginstoffen en ontstaan nieuwe moleculen van de reactieproducten.
De atomen veranderen niet.
De atomen hergroeperen zich
Slide 14 - Diapositive
A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie
Slide 15 - Quiz
A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie
Slide 16 - Quiz
A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie
Slide 17 - Quiz
A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie
Slide 18 - Quiz
A
scheiding
B
faseovergang
C
chemische reactie
Slide 19 - Quiz
Systematische naamgeving
De systematische naam voor H2O is diwaterstofmono-oxide
In de naam herken je het element H (waterstof) en O (zuurstof)
Veel stoffen zijn ook bekend onder hun triviale naam: water
Een aantal uitgangen moet je kennen
Maar ook een aantal telwoorden
Slide 20 - Diapositive
Van molecuulformule naar systematische naamgeving
Als je een systematische naam opschrijft, zet je de volgende stappen:
Noteer de cijfers uit de formule en noteer het juiste telwoord.
Noteer de symbolen en noteer de naam erachter.
Zet de telwoorden en de namen in de juiste volgorde achter elkaar.
Voorbeeld: P2Cl5
Slide 21 - Diapositive
Van systematische naamgeving naar molecuulformule
Als je de molecuulformule van een stof wilt bepalen bij de gegeven naam, dan werk je precies andersom.
Noteer de naam van de elementen met het symbool erachter.
Zet het bijbehorende cijfer achter het telwoord
Zet de symbolen met hun index in de juiste volgorde achter elkaar.