Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
1. Basis § 1 t/m 8
Korte herhaling van 4V
Pak Nieuw Nederlands erbij!
Slide 1 - Diapositive
Opdracht
Je hebt 4 minuten om 4 teksten te bekijken en de interessantste te kiezen.
- Welke kiezen jullie? En waarom?
Andere mogelijkheid: twee teksten over mobiele telefonie: welke vind je het interessantste: met welke argumenten ben je het eens en met welke niet (en zo argumentatie herhalen).
Slide 2 - Diapositive
Opdracht
Bekijk de tekst, werk in viertallen. Jullie hebben 1 minuut om onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel te bepalen. Na 1 minuut draai je de tekst om.
timer
1:00
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
1. Onderwerp van de tekst? (1 iemand vult in)
Slide 5 - Carte mentale
Onderwerp (zie bz 10)
Een woord of woordgroep die aangeeft waar de tekst over gaat.
Het onderwerp is geen zin!
Hoofdgedachte (zie blz 10)
Een mededelende zin die het belangrijkste wergeeft wat er in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
De hoofdgedachte is geen vraag!
Slide 6 - Diapositive
Waar vind je het onderwerp?
Slide 7 - Carte mentale
2. Wat is de hoofdgedachte van de tekst? (1 iemand vult in)
Slide 8 - Question ouverte
Waar vind je de hoofgedachte?
Slide 9 - Carte mentale
3. Wat is het tekstdoel? (zie blz 11)
amuseren
informeren
opiniëren
overtuigen
activeren
Slide 10 - Sondage
Slide 11 - Diapositive
Hoe hebben jullie het aangepakt?
Slide 12 - Carte mentale
Slimme manier om te lezen: lezen in stappen
1. Lees titel, inleiding, slot: handig voor onderwerp, hoofdgedachte, tekstdoel
2. Lees de kernzinnen.
3. Lees de hele tekst.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
4. Is de titel informerend of motiverend? (zie blz 11)
A
informerend
B
motiverend
Slide 15 - Quiz
5. Deelonderwerpen?
Slide 16 - Carte mentale
6. Op welke manier maakt de schrijver de inleiding aantrekkelijk?
actuele gebeurtenis
beschrijving voorgeschiedenis
aantrekkelijk voorbeeld
belang voor het publiek
anders
Slide 17 - Sondage
7. Op welke manier gebruikt de schrijver de eerste zin om de inleiding aantrekkelijk te maken?
intrigerende vraag
schokkende of opvallende cijfers
paradox
prikkelend citaat
suggestieve of raadselachtige opsomming
anders
Slide 18 - Sondage
8. Kijk eens naar het slot. Herken je de hoofdgedachte in het slot? En wat zie zie je daarnaast? (zie blz 16)
A
Een samenvatting
B
Een afweging
C
Een aansporing of aanbeveling
D
Een toekomstverwachting
Slide 19 - Quiz
9. Het aantrekkelijke einde van deze tekst bestaat uit een
A
... aansluiting bij het begin (cyclisch)
B
... een uitsmijter
C
... iets anders
D
Er is geen aantrekkelijk einde.
Slide 20 - Quiz
Middenstuk tekststructuur? (zie blz 21)
Slide 21 - Carte mentale
Kernzinnen en signaalwoorden
Herken je de kernzinnen in het middenstuk? ( blz 23) Herken je signaalwoorden en functiewoorden? (blz 26 en 27)
Slide 22 - Diapositive
Wat is het standpunt in deze tekst?
Slide 23 - Question ouverte
Welke argumenten herken je?
Slide 24 - Question ouverte
Opdracht
Maak een samenvatting van paragraaf 1 t/m 5 en 7 van Nieuw Nederlands Basis (blz 10 t/m 27 en 32 t/m 34)