1 SCC-beschermende delen van het oog - oogspieren

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe wordt het oog beschermd?

Slide 2 - Diapositive

Je leert ...
  • de weg van lichtprikkel tot reactie illustreren met een voorbeeld.
  • de beschermende delen van het oog benoemen, aanduiden en hun functie(s) uitleggen.
  • de werking van de oogspieren uitleggen.
  • de rol van de oogspieren bij scheelzien uitleggen.
  • de betekenis van ‘fixatiepunt’ uitleggen.

 

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

lichtprikkels zijn
A
fysische prikkels
B
inwendige prikkels
C
chemische prikkels

Slide 5 - Quiz

Welke processen vinden plaats om gepast te reageren op een prikkel? (= regelsysteem)
Zet de verschillende onderdelen in de juiste volgorde.

Slide 6 - Diapositive

prikkel
reactie
effector
conductor
receptor

Slide 7 - Question de remorquage

fel zonlicht
ogen toe knijpen
oogspieren
zenuwstelsel
fotoreceptor

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Pas het regelsysteem toe op volgende situatie.
Je ziet een spin. Je begint te beven van angst.

Slide 10 - Question ouverte

Bestudeer je oog. Je mag hiervoor je gsm gebruiken  (selfiemodus).
Welke delen herken je aan en rond het oog?

Slide 11 - Diapositive

Welke delen aan en rond het oog zie je? Zoek de correcte benaming op als je die niet weet.

Slide 12 - Question ouverte

Bekijk volgende video over de beschermende delen rond het oog. (Als de video stopt, hoef je niet verder te kijken.)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

De dia's die volgen bevatten hotspots met vragen waar je het antwoord van opzoekt in je handboek p. 31.
Noteer de antwoorden op een cursusblad (= samenvatting). Gebruik titels, werk ordelijk en gebruik kleuren. Vergeet ook niet de nieuwe begrippen met uitleg erbij te zetten.

Slide 15 - Diapositive

Het oog is gelegen in de oogkas. Wat is de functie hiervan?
De ruimte tussen de oogbol en de oogkas is gevuld met vetweefsel. Wat is hier de functie van?

Slide 16 - Diapositive

Wenkbrauwen houden water of zweet tegen. Waarom staan de wenkbrauwen naar de zijkant van je hoofd gericht?
Wat bedoelt men met de lidslagreflex.
Welke drie functies hebben de wimpers?
Traanklieren produceren traanvocht. Welke drie functies heeft het traanvocht?
Heel de dag door produceert de traanklier traanvocht. Hoe verklaar je dat er niet voortdurend tranen over je wangen stromen? Waar gaan die tranen naartoe?

Slide 17 - Diapositive

opvangen van schokken
water uit het oog houden
fel licht filteren
bescherming tegen stof 
bescherming tegen naderende voorwerpen
bescherming tegen uitdroging
bescherming tegen infecties
traanvocht produceren
afvoeren traanvocht naar neusholte
oogkas
wenkbrauwen
wimpers
oogleden
traanklieren
traankanaaltjes en traanzakjes
vetkussen
traanvocht
wimpers
wimpers
traanvocht

Slide 18 - Question de remorquage

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 19 - Question de remorquage

Hoe kan een oogbol bewegen?

Slide 20 - Diapositive

Het bewegen van de oogbol gebeurt met de oogspieren.
Er zijn 4 rechte oogspieren en twee schuine oogspieren.
- bovenste en onderste rechte oogspier
- binnenste en buitenste rechte oogspier
- bovenste en onderste schuine oogspier

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wanneer een spier samentrekt wordt deze
A
korter
B
langer
C
blijft even lang

Slide 23 - Quiz

Welke spieren trekken samen wanneer je rechteroog naar boven beweegt?
A
binnenste rechte oogspier
B
buitenste rechte oogspier
C
onderste rechte oogspier
D
bovenste rechte oogspier

Slide 24 - Quiz

Welke spieren trekken samen wanneer je rechteroog naar rechts draait?
A
binnenste rechte oogspier
B
buitenste rechte oogspier
C
onderste rechte oogspier
D
bovenste rechte oogspier

Slide 25 - Quiz

Welke oogspier trekt samen als je linkeroog naar je neus toe draait?
A
binnenste rechte oogspier
B
buitenste rechte oogspier
C
bovenste rechte oogspier
D
onderste rechte oogspier

Slide 26 - Quiz

Duw je linkeroogbol met één vinger een beetje opzij. Wat verandert er aan het beeld dat je ziet?

Slide 27 - Question ouverte

Beide ogen moeten op hetzelfde punt gericht zijn, anders zie je alles dubbel.
Dit punt heet het fixatiepunt

Slide 28 - Diapositive

Fixatiepunt is het punt waarop beide ogen gericht zijn door de goede samenwerking van de oogspieren.

Slide 29 - Diapositive

Wat als je oogspieren niet goed werken?

Slide 30 - Diapositive

Bekijk volgende video vanaf 2.37 min tot het einde.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Wat is er mis als je scheelziet.

Slide 33 - Question ouverte

Wat doet het lichaam om ervoor te zorgen dat iemand die scheelziet niet alles dubbel ziet?

Slide 34 - Question ouverte

Waarom plakt men het goede oog af bij scheelzien?

Slide 35 - Question ouverte

Na deze les kan je ...
  • de weg van lichtprikkel tot reactie illustreren met een voorbeeld.
  • de beschermende delen van het oog benoemen, aanduiden en hun functie(s) uitleggen.
  • de werking van de oogspieren uitleggen.
  • de rol van de oogspieren bij scheelzien uitleggen.
  • de betekenis van ‘fixatiepunt’ uitleggen.

 

Slide 36 - Diapositive

Door welke delen van het oog kan licht heen?
A
harde oogvlies en iris
B
Iris en pupil
C
pupil en hoornvlies
D
Iris en hoornvlies

Slide 37 - Quiz

Oefening baart kunst
  • Lees in je handboek p. 30 - 33 (tot 2.2) en maak een samenvatting.
  • Maak in je wb p. 22 - 23 opdracht 1 - 3  
  • Tip: opdracht 2 - Maak een tabel!

oogkas
functie
wenkbrauw
....

Slide 38 - Diapositive