Hoofdstuk 4 grammatica les 2

Hoofdstuk 4 grammatica
Pak je boek erbij en je laptop!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 grammatica
Pak je boek erbij en je laptop!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we in deze les doen?
  • Herhalen paragraaf 4.7 grammatica
  • Opdrachten maken 
  • Denk aan het proefwerk na de meivakantie!

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuktoets  4
Vrijdag na de meivakantie
Wat moet je leren?
- 4.5 woorden
- 4.7 grammatica
- 4.8 spelling

Slide 3 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Carte mentale

Bijvoeglijk naamwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over het zelfstandig naamwoord.  Het geeft vaak een eigenschap aan.
  • Het bijvoeglijk naamwoord staat voor óf achter het zelfstandig naamwoord.

Slide 5 - Diapositive

Deze fiets is mooi.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Fiets
B
Mooi
C
Is

Slide 6 - Quiz

De blauwe trui is vies.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Blauwe
B
Vies
C
Trui
D
Is

Slide 7 - Quiz

Geef een voorbeeld van
een voorzetsel

Slide 8 - Carte mentale

Voorzetsel
  • Een voorzetsel staat nooit alleen in een zin.
  • Als je niet weet of een woord een voorzetsel is, gebruik je het ezelsbruggetje 'kast' of 'vakantie'.

  • Let op! 'Hij schreef die zin op' =  'op' is hier geen  voorzetsel. Dit is een deel van het werkwoordelijk gezegde!
  • 'Hij schreef de zin op een kladblaadje'= hier is 'op' wel vz!

Slide 9 - Diapositive

Ik zit op een stoel.

Wat is het voorzetsel?
A
Ik
B
Zit
C
Een
D
Op

Slide 10 - Quiz

Ik sta voor de deur te wachten.

Wat is het voorzetsel?
A
Ik
B
Sta
C
Voor
D
Te

Slide 11 - Quiz

Geef een voorbeeld
van een telwoord

Slide 12 - Carte mentale

Telwoord
  • Een telwoord geeft een hoeveelheid of  volgorde aan.
  • Er zijn twee soorten telwoorden:
  1. Hoofdtelwoord => Hoeveelheid: drie, twee, veel, weinig, honderdveertig, tweehonderdvijftig.
  2. Rangtelwoord => Volgorde: Laatste, eerste, vierde, middelste, honderste

Slide 13 - Diapositive

Overzicht woordsoorten
Lidwoord
De, het, een
Zelfstandig naamwoord
Hond, Roos, Amsterdam
Bijvoeglijk naamwoord
Klein, blauw, Nederlandse
Werkwoord
Werken, lopen, eten
Voorzetsel
Op, onder, in
Hoofdtelwoord
Vijf, weinig, honderdtien
Rangtelwoord
Tiende, eerste, laatste

Slide 14 - Diapositive

Tim is eerste geworden bij de wedstrijd.
Wat is het telwoord?
A
Eerste
B
Geworden
C
Tim
D
Wedstrijd

Slide 15 - Quiz

Het zusje van Maud is vier jaar geworden.
Is 'vier' een hoofdtelwoord?
A
Ja, het geeft een hoeveelheid aan.
B
Ja, het geeft een volgorde aan
C
Nee, het geeft een hoeveelheid aan.
D
Nee, het geeft een volgorde aan.

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
  • Werk aan je studiewijzer van week 17
  • De volgende lessen: bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord en samenstellingen
  • Ben je klaar? Lezen

Slide 17 - Diapositive