Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Bonjour & bienvenue!
Slide 1 - Diapositive
Frans: nu 5e taal van de wereld
Slide 2 - Diapositive
Frans in de wereld
Het Frans in 2050
Volgens de organisatie van Franssprekende landen, de Organisation Internationale de la Francofonie (OIF), spreken nu bijna 300 miljoen mensen Frans. Dat zullen er in 2050 700 miljoen zijn. 85 procent van hen woont in Afrika.
Slide 3 - Diapositive
Quiz:
20 vragen over de belangrijkste dingen uit klas 1 en 2.
BONNE CHANCE!
Slide 4 - Diapositive
Q1: le corps (het lichaam)
Slide 5 - Carte mentale
Q2: Welke bijvoeglijke naamwoorden komen voor het zelfstandig naamwoord?
A
beau, bon, joli, intéressant, haut
B
vieux, gros, premier, petit, mauvais, bon.
C
rouge, anglais, français, important, gris, froid.
D
beau, bon, vieux, français, dangereux
Slide 6 - Quiz
Q3: moyens de transport (vervoersmiddelen)
Slide 7 - Carte mentale
Q4: Wat betekenen deze werkwoorden? POUVOIR + VOULOIR
A
hebben + zijn
B
werken + geven
C
mogen + gaan
D
kunnen + willen
Slide 8 - Quiz
POUVOIR (KUNNEN/MOGEN)
VOULOIR (WILLEN)
je peux
tu veux
nous pouvons
nous voulons
on veut
ils veulent
j'ai pu
tu as voulu
nous voulions
tu pouvais
Slide 9 - Question de remorquage
Q5: Welke van de rijtjes bevat slechts vrouwelijke bijv. nw?