Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Het oog
Slide 1 - Diapositive
Het zintuig: het oog
A) De structuur van het oog
B) De visuele prikkel
C) Beeldvorming
D) Klinische aandoeningen
Slide 2 - Diapositive
Het zintuig: het oog
A) De structuur van het oog:
1. De accesoire delen van het oog
2. De ontleding van het oog
3. Binnenste structuur van het oog
Slide 3 - Diapositive
1. De accessoire structuren van het oog
Slide 4 - Diapositive
Oogkas
Traanklieren met traanvocht
Vetkussen
Talgklieren tussen de wimpers
Een stevig omhulsel rond het oog vormen
Oogbol beschermen tegen uitdrogen
Schokken opvangen
Oogbol ontsmetten
Slide 5 - Question de remorquage
Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de oogkas
Slide 6 - Quiz
Welke twee soorten oogspieren heeft een mens?
Slide 7 - Question ouverte
Som de zichtbare accessoire structuren van het oog op.
Slide 8 - Question ouverte
2. De ontleding van het oog
Slide 9 - Diapositive
3. Binnenste structuur van het oog
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Een lichtstraal valt op het oog.
Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde: je kunt ze naar de juiste plaats slepen.
Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Voorste oogkamer
Slide 12 - Question de remorquage
Het netvlies van een oog zit
A
aan de voorkant van het oog
B
in het midden van het oog
C
aan de binnenkant en achterkant van het oog
D
loopt van het oog naar de hersenen
Slide 13 - Quiz
Wat is de reden dat er geen fotoreceptoren aanwezig zijn in de blinde vlek?
Slide 14 - Question ouverte
Som de drie oogrokken of oogvliezen op van buiten naar binnen.