Aanwijzend voornaamwoord


§7: aanwijzend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
2T
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
10:00
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


§7: aanwijzend voornaamwoord
Voordat we beginnen:
2T
GRAMMATICA
WOORDSOORTEN
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Grammatica woordsoorten

- Je weet wat een aanwijzend voornaamwoord is

- Je kunt in een zin de aanwijzende voornaamwoorden benoemen.
     

Slide 2 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst meestal een mens, dier of ding aan. 

Deze vrouw, dat paard, die fiets. 

Slide 3 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
De - woord:  deze - die 
Het - woord: dit - dat

Voorbeeld: 
de deur - deze deur - die deur
het huis - dit huis - dat huis

Slide 4 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Maar ook: zulk - zo'n - dergelijk

Voorbeeld:
zo'n deur, een dergelijke deur
zulke ideeën, dergelijke ideeën



Slide 5 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord kan voor een zelfstandig naamwoord staan, maar het kan ook alleen staan. Als het alleen staat, kun je het zelfstandig naamwoord er soms wel achter denken.

Deze app is gratis, maar die (app) niet.
Met dit oog zie ik beter dan met dat (oog).




Slide 6 - Diapositive

Let op!
De woorden dat en die behoren tot meer woordsoorten, het zijn dus niet ALTIJD aanwijzende voornaamwoorden.

Controleer altijd of je ze kunt vervangen door dit en deze. Dan zijn het aanwijzende voornaamwoorden.




Slide 7 - Diapositive

Vul in:
... school is echt heel leuk.
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 8 - Quiz

Vul in:
Ik hou van ... koekjes met chocolade.
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 9 - Quiz

Vul in:
's Ochtends eet ik altijd ... ontbijt.
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 10 - Quiz

Vul in:
In juli zal ik ... paarden verzorgen.
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 11 - Quiz


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Deze vraag vind ik helemaal niet moeilijk. 

Slide 12 - Question ouverte


Benoem het aanwijzende voornaamwoord.

Ik heb dit onderdeel altijd al makkelijk gevonden. 

Slide 13 - Question ouverte


Is het onderstreepte woord een aanwijzend voornaamwoord? 
Ja of nee
De acteur die in Undercover speelt, is ook te zien in een tv-reclame.

Slide 14 - Question ouverte


Is het onderstreepte woord een aanwijzend voornaamwoord? 
Ja of nee
Matthijs draagt altijd dezelfde schoenen, want die brengen geluk volgens hem.

Slide 15 - Question ouverte


Is het onderstreepte woord een aanwijzend voornaamwoord? 
Ja of nee
Femke zei dat zij de kaartjes voor de bioscoop had geregeld.

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag
Aanwijzend voornaamwoord
Opdracht 1 t/m 4 (blz. 210-211)

Opdracht 1 t/m 3: in je boek
Opdracht 4: in je schrift


Af: blz. 202 (opdracht 2 t/m 5) + blz. 206 (opdracht 1 t/m 5)
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive