Minerva Les 6 Ablativus

AB
1 / 31
suivant
Slide 1: Carte mentale
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

AB

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

welk woord staat niet in de ablativus
A
agricola agricola – puero – dono – servi agricola
B
pueris
C
servi
D
dono

Slide 7 - Quiz

welk woord staat niet in de ablativus
A
silvis
B
silvae
C
silva
D
dubio

Slide 8 - Quiz

welk woord staat niet in de ablativus
A
gladium
B
gladio
C
mensa
D
mensis

Slide 9 - Quiz

welk woord staat niet in de ablativus
A
nuntiis
B
Romano
C
verbi
D
Roma

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Vertalen van de Ablativus

Slide 16 - Diapositive

Tota silva equi currunt.


A
ablativus van middel (met)
B
ablativus van plaats (in/op)
C
ablativus van reden(door/ vanwege)

Slide 17 - Quiz

verbis servus respondet.


A
ablativus van middel (met)
B
ablativus van plaats (in/op)
C
ablativus van reden (door/vanwege)
D
ablativus van tijd (wanneer)

Slide 18 - Quiz

dono laetus est.


A
ablativus van middel (met)
B
ablativus van plaats (in/op)
C
ablativus van reden (door/vanwege)
D
ablativus van tijd (wanneer)

Slide 19 - Quiz

Deel 2

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Amicus liberat filium Romanis liberat
A
De vriend bevrijdt de zoon van de Romeinen
B
De vriend bevrijdt de zoon met de Romeinen
C
De vriend bevrijdt de zoon op de Romeinen
D
De vriend bevrijdt de zoon door de Romeinen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Voorzetsels met een vaste naamval
= voorzetsels met verplichte aanvulling
nominativus: X
genitivus:      ja
dativus:         ja                     
accusativus:  ja
ablativus:       ja

Slide 25 - Diapositive

Welke verplichte aanvulling hebben de voorzetsels?
timer
3:00
in
+acc.//+abl.
naar//in
ex
uit
ad
naar
post
achter
cum
met
ab
vandaan
per
doorheen
circum
rondom
super
boven
Welke verplichte aanvulling hebben de voorzetsels?

Slide 26 - Diapositive

welk voorzetsel gaat niet met de ablativus
A
a(b)
B
e(x)
C
ad
D
pro

Slide 27 - Quiz

welk voorzetsel gaat niet met de ablativus
A
cum
B
de
C
sine
D
per

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Vertaal: in regia currit

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal: in regiam currit

Slide 31 - Question ouverte