Vertaalstrategie PV-O-LV na les 6

Vertaalstrategie
Bij het vertalen ga je altijd eerst op zoek naar de kern van de zin
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vertaalstrategie
Bij het vertalen ga je altijd eerst op zoek naar de kern van de zin

Slide 1 - Diapositive

uit welke 3 onderdelen bestaat de kern van de zin?

Slide 2 - Carte mentale

Je moet de rijtjes van de werkwoorden en de naamwoorden echt goed kennen, zodat je hun uitgangen in een zin herkent.
Dat is de enige manier om een zin goed te kunnen benoemen en vertalen.

Slide 3 - Diapositive

geef de uitgangen van de nominativus en de accusativus van woorden uit groep 1

Slide 4 - Question ouverte

geef de uitgangen van de nominativus en de accusativus van mannelijke woorden uit groep 2

Slide 5 - Question ouverte

geef de uitgangen van de nominativus en de accusativus van onzijdige woorden uit groep 2

Slide 6 - Question ouverte

Als je de kern van de zin vertaalt dan moet je altijd goed opletten in welke tijd de PV staat

Slide 7 - Diapositive

Welke tijd heeft fuistis

Slide 8 - Carte mentale

Welke tijd heeft eramus

Slide 9 - Carte mentale

Welke tijd heeft errat

Slide 10 - Carte mentale

wat betekent '+ dat' achter een woord?

Slide 11 - Carte mentale

Verplichte aanvulling
Bij sommige woorden volgt altijd een woord in een bepaalde naamval. Zorg dat je de woorden waarbij dat het geval is kent!

Bij woorden met een verplichte aanvulling kan het LV bv in een dativus staan
appropinquat regiae: hij nadert het paleis

Slide 12 - Diapositive

Genitivus= Bijvoeglijke bepaling (van/ met)


Als je de kern van de zin vertaald hebt, kijk je of je woorden vindt in de genitivus. 
Die geven aan van wie of wat iets is  (vertaal je als van)óf
van wie of wat het een eigenschap is (vertaal je als met)óf 
ze zijn een verplichte aanvulling

Slide 13 - Diapositive

Vertaal: gladius pueri

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal: mensas auri

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal: cupidus cibi

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal: dona servorum

Slide 17 - Question ouverte

Dativus (aan/voor/tegen)
Ook zoek je woorden in de Dativus. 
Die kunnen aangeven 
wie of wat meewerkend voorwerp is óf wie of wat de belanghebbende persoon is óf 
ze zijn een verplichte aanvulling óf
ze geven bezit aan

Slide 18 - Diapositive

Vertaal: placet filio

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal: rex servo donum dat

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal: servo donum est

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal: Pater puero dicit: Veni!

Slide 22 - Question ouverte

Ablativus (bijwoordelijke bepaling (met, door, in, op))

Kijk vervolgens of er woorden in de ablativus staan.
Die geven aan 
hoe (vertaal je als met) óf
waarom (vertaal je als door) óf ......


Slide 23 - Diapositive

Ablativus (bijwoordelijke bepaling (met, door, in, op))

waar (vertaal je als 'in', 'op'
de handeling van het werkwoord gebeurt óf
deze woorden zijn een verplichte aanvulling

Slide 24 - Diapositive

Manlius Maecium gladio interfecit

Slide 25 - Question ouverte

In hac regia non habitant

Slide 26 - Question ouverte

armis pugnare liberi non poterant

Slide 27 - Question ouverte

captivum Romanis liberat

Slide 28 - Question ouverte

Ablativus
Let op!! Na de volgende voorzetsels is de ablativus ALTIJD een verplichte aanvulling

PRO,CUM,SINE,A(B), E(X), DE
Je kunt ze maar beter uit je hoofd leren;)

Slide 29 - Diapositive

met welke naamval gaat 'pro'

Slide 30 - Carte mentale

met welke naamval gaat 'per'

Slide 31 - Carte mentale

met welke naamval gaat 'sine'

Slide 32 - Carte mentale

met welke naamval gaat 'cum'

Slide 33 - Carte mentale

In

Als 'in' met de Accusativus gaat dan betekent het 'naar'
Als 'in' met de Ablativus gaat dan betekent het 'in' of 'op'

Slide 34 - Diapositive

Cibum in mensam ponit

Slide 35 - Question ouverte

servus in regia currit

Slide 36 - Question ouverte