-eer -eur -oor

1 / 10
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 1 diapositive
SpellingBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1

Slide 1 - Vidéo

00:19
Weet jij de regel nog? Wat was de regel?
A
De -eer -eur en -oor schrijf je zoals je ze hoort.
B
De r trekt aan de letters en daarom klinken ze anders.
C
Er is geen regel.
D
Je schrijft altijd -ir -ur en -or.

Slide 2 - Quiz

Wat voor een soort woorden zijn woorden met -eer -eur -oor?
A
Regelwoorden
B
Onthoudwoorden
C
Klankwoorden
D
Werkwoorden

Slide 3 - Quiz

Welk plaatje past het beste bij de regel?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Schrijf het goede woord.

Slide 5 - Question ouverte


Schrijf het goede woord.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf het goede woord.

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf het goede woord.

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf het goede woord.

Slide 9 - Question ouverte

Woorden met -eer -eur -oor
Ik moet nog veel leren.
Ik kan het al heel aardig.
Ik schrijf deze woorden foutloos.
Anders

Slide 10 - Sondage