Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Herhaling H5
Lesplanning
Klassikaal herhaling H5 energieomzettingen
Werken aan de poster
Huiswerk: Oefentoets 1 t/m 11
Slide 1 - Diapositive
Het vermogen P
De energiedie per seconde wordt geleverd of gebruikt, uitgedrukt in Watt.
Watt = J/s
Slide 2 - Diapositive
Grootheid
Symbool grootheid
Eenheid
Symbool eenheid
kilowatt
kW
kilowattuur
kWh
tijd
uur
t
R
P
h
E
Energie
Vermogen
Slide 3 - Question de remorquage
Energie en vermogen
E(J)=P(W)⋅t(s)
E(kWh)=P(kW)⋅t(h)
1 kWh = 3 600 000 J
Slide 4 - Diapositive
Een mixer heeft een vermogen van 400 W en staat 1 minuut en 20 seconden aan. Hoeveel elektrische energie heeft de mixer gebruikt?
Slide 5 - Question ouverte
P = 400 W
t = 1 min en 20 s = 80 s
E = P * t = 400 * 80 = 32000 J
P = 0,400 kW
t = 80 s = 0,0222 h
E = P * t = 0,4 * 0,0222
= 0,0089 kWh
Slide 6 - Diapositive
Wet van behoud van energie
Energie kan niet verdwijnen of gemaakt worden.
Energie kan wel worden omgezet.
Slide 7 - Diapositive
Rendement
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt.
Slide 8 - Diapositive
Rendement berekenen
η=EtotaalEnuttig⋅100
η=PtotaalPnuttig⋅100
%
%
Slide 9 - Diapositive
η =
η =
8%
18%
20%
26%
74%
80%
Slide 10 - Question de remorquage
η=EtotaalEnuttig⋅100
η=8,05,9⋅100=74
η=408⋅100=20
%
%
Slide 11 - Diapositive
Een mixer heeft een vermogen van 400 W en staat 1 minuut en 20 seconden aan. Er wordt 6000 J omgezet in bewegingsenergie. Hoe groot is het rendement van de mixer?
Slide 12 - Question ouverte
Rendement
η=EtotaalEnuttig⋅100
%
η=320006000⋅100=19
P = 400 w
t = 80 s
E = P * t = 32000 J
Slide 13 - Diapositive
Oefentoets H5
Classroom - schoolwerk - oefenopgaven les herhaling
vraag 1 t/m 8
timer
15:00
Slide 14 - Diapositive
Energiestroomdiagram van een lift
Lift
Zwaarte-energie
Slide 15 - Diapositive
Een lift met een massa van 400 kg gaat in 8 seconden 9 meter omhoog. De zwaarte-energie neemt toe met 35 kJ. Hoe groot is het nuttig vermogen van de lift?
A
35 kJ
B
4,375 W
C
4375 W
Slide 16 - Quiz
Een lift met een massa van
400 kg gaat in 8 seconden 9 meter omhoog. De zwaarte-energie neemt toe met 35 kJ.
Hoe groot is het nuttig vermogen van de lift?
E = 35 kJ = 35 000 J
P = E / t = 35 000 / 9 = 4375 W
Slide 17 - Diapositive
Een lift met een massa van 400 kg gaat in 8 seconden 9 meter omhoog. De zwaarte-energie neemt toe met 35 kJ. De lift heeft een rendement van 28%. Bereken totale energie die de lift verbruikt.
A
9,8 kJ
B
125 kJ
C
14,3 KJ
D
112 KJ
Slide 18 - Quiz
Vraag
Een lift met een massa van
400 kg gaat in 8 seconden 9 meter omhoog. De zwaarte-energie neemt toe met 35 kJ.
De lift heeft een rendement van 28%. Bereken totale energie die de lift verbruikt.
Oplossing
η=EtotaalEnuttig⋅100
28=Etotaal35000⋅100
0,28=Etotaal35000
Slide 19 - Diapositive
Vraag
Een lift met een massa van
400 kg gaat in 8 seconden 9 meter omhoog. De zwaarte-energie neemt toe met 35 kJ.
De lift heeft een rendement van 28%. Bereken totale energie die de lift verbruikt.
Etotaal = 35000 / 0,28 = 125 000 J = 125 kJ
0,28=Etotaal35000
Slide 20 - Diapositive
Planning
Deze week
H5 afmaken + werken aan poster
19 Januari
Deadline poster, verslag + PO cijfers
23 Januari
Toets hoofdstuk 5
26 Januari
Presentatie posters
Slide 21 - Diapositive
Werken aan de poster
Slide 22 - Diapositive
Vragen/wensen laatste les.
Slide 23 - Question ouverte
Voorbereiden op de toets
Oefenen! oefentoets H5 in je boek, opgaven nogmaals maken.
Nakijken en vragen stellen.
Deze formules staan boven de toets afgebeeld:
Slide 24 - Diapositive
Vandaag
Lesplanning
Bespreken vraag 7, 8, 9, 16 en 17 van de proeftoets op blz 176
Pitch onderzoek Energie
Online proeftoets Havo?
Slide 25 - Diapositive
9 Verbrandingswarmte
In een ketel verbrandt 0,9 L stookolie met een verbrandingswarmte van 40 MJ/L. In deze ketel hangt een bak met water. Het rendement van dit systeem is 66%
gevraagd: De energie die het water opneemt = Enuttig?
Slide 26 - Diapositive
toetsvraag
Je verwarmt één liter water met een elektrisch verwarmingsapparaat
van 250 W gedurende 2,0 minuten. Het water stijgt 3,0 °C in
temperatuur.
Bereken hoeveel elektrische energie dit kost
Het water neemt 8,36 ∙ 103 J aan warmte op.
Bereken het rendement van de elektrische verwarming. Gebruik gegevens van de vorige vraag.
Je kunt het water ook verwarmen met een gasbrander. Dit verwarmingsproces heeft een rendement van 24%.
Bereken hoeveel chemische energie aan aardgas nodig is om 1 L water 3,0 °C op te warmen. Gebruik gegevens van de vorige vraag.
Slide 27 - Diapositive
<img src="https://image.slidesharecdn.com/v3-arbeiddelen-170418195339/95/arbeid-v3-9-638.jpg?cb=1492545269" alt="Afbeeldingsresultaat voor zwaarte-energie"/>Zwaarte-energie
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
www.hier.nu
Slide 30 - Lien
00:39
Wanneer er teveel elektrische energie wordt geproduceerd wordt deze opgeslagen in de vorm van...
A
chemische energie
B
kinetische energie
C
zwaarte-energie
D
veerenergie
Slide 31 - Quiz
01:25
Het systeem kan een energie leveren van 10 MWh (= 10 000 kWh) in twee uur. Wat is het vermogen dat het systeem kan leveren?
Slide 32 - Question ouverte
De massa (5,0 ton) wordt 36 m omhoog getild met de elektrische energie die moet worden opgeslagen. Hierbij neemt de zwaarte-energie toe met 176580 J. Het rendement van de elektromotor is 75%. Hoeveel energie verbruikt de elektromotor tijdens het omhoog hijsen?
Slide 33 - Question ouverte
Opgave
De massa (5,0 ton) wordt 36 m omhoog getild met de elektrische energie die moet worden opgeslagen. Het rendement van de elektromotor is 75%.
A. Bereken de toename in zwaarte energie van de massa.
Uitwerking
Ez = m * g * h
Ez = 5000 * 9,81 * 36
Ez = 176580 J
Ez = 1,8 * 10⁵ J
Slide 34 - Diapositive
Opgave
De massa (5,0 ton) wordt 36 m omhoog getild met de elektrische energie die moet worden opgeslagen. Het rendement van de elektromotor is 75%.
B. Hoeveel energie verbruikt de
elektromotor tijdens het omhoog
hijsen?
Uitwerking
Slide 35 - Diapositive
Hoeveel windmolens? Een nieuwere windmolen heeft een gemiddeld vermogen van 3 MW. Hoeveel windmolens heb je nodig om alle huishoudens (6,6 * 10¹⁰ kWh) van energie voor het verwarmen van de woning te voorzien?
Slide 36 - Question ouverte
Hoeveel windmolens?
Een nieuwere windmolen heeft een gemiddeld vermogen van 3 MW. Hoeveel windmolens heb je nodig om alle huishoudens van energie voor het verwarmen van de woning te voorzien?
7 miljoen huishoudens
34 GJ = 9444 kWh per huishouden
Totaal: 6,6108 *10¹⁰ kWh
Slide 37 - Diapositive
Oefentoets H5
Classroom - schoolwerk
Opgave 11 t/m 15
Klaar: ga verder met het voorbereiden van de toets.
timer
20:00
Slide 38 - Diapositive
Kahoot
verbrandingswarmte
Slide 39 - Diapositive
15 MJ = ... kWh
A
0,0000042
B
0,0042
C
4,2
D
15 000
Slide 40 - Quiz
Hout heeft een verbrandingswarmte van 15 MJ/kg. Bereken hoeveel energie er vrijkomt als je 850 gram hout verbrandt.
A
17,6 MJ
B
12,8 MJ
C
0,0176 MJ
D
12750 MJ
Slide 41 - Quiz
25 m³ = ... L
A
0,025 L
B
25 L
C
25 000 L
D
25 000 000 L
Slide 42 - Quiz
38 000 cm³ = ... m³
A
0,038
B
38
C
3800
D
38 000 000
Slide 43 - Quiz
Benzine heeft een verbrandingswarmte van 33 MJ/m³ . Bereken de energie die benzine levert aan een auto als er 10 liter benzine is verbruikt tijdens een rit.