1mh Chapitre 3 - Le verbe être

Aujourd'hui
Leerdoelen: 
- ik weet welke Franse werkwoorden het vaakst voorkomen
- ik kan het nieuwe werkwoord 'être' vervoegen

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui
Leerdoelen: 
- ik weet welke Franse werkwoorden het vaakst voorkomen
- ik kan het nieuwe werkwoord 'être' vervoegen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden 
Al gehad:
  • Chapitre 1 --> avoir   (= hebben )
  • Chapitre 2--> groep regelmatige werkwoorden op -ER

Nieuw:
  • Chapitre 3 --> être  (=  zijn )




Slide 3 - Diapositive

ik
jij
hij
zij
wij
jullie
zij(m)
zij (v)
Je
Elles
Nous
il
Tu
Elle
Vous
ils

Slide 4 - Question de remorquage

J'ai 12 ans

Tu as un chien?



Slide 5 - Diapositive

ÊTRE (=zijn)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 9 - Question de remorquage

Wat betekent avoir?
A
hebben
B
zijn

Slide 10 - Quiz

Wat betekent être?
A
hebben
B
zijn

Slide 11 - Quiz

Focus 1 minuut!
être
je 
suis
(ik ben)
tu
es
(jij bent)
il 
est
(hij is)
elle
est
(zij is)
on
est
(men is / we zijn)
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent:

elle est
A
zij zijn
B
zij is
C
wij zijn
D
zij heeft

Slide 13 - Quiz

Hoe zeg je:

jij bent

Slide 14 - Question ouverte

Focus 1 minuut!
être
nous
sommes
(wij zijn)
vous
êtes
(jullie zijn / u bent)
ils
sont
(zij zijn)  M
elles 
sont
(zij zijn) V
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent:

nous sommes
A
zij zijn
B
zij hebben
C
wij zijn
D
wij hebben

Slide 16 - Quiz

Hoe zeg je:

zij zijn (v)

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Er ontbreekt nog iets ...


Hoe zeg je.... "Het is"   ?

"Het zijn..."   =  ce sont...

Slide 19 - Diapositive

Er ontbreekt nog iets ...


 "Het is"   =    c'est 

"Het zijn..."   =  ce sont...

Slide 20 - Diapositive

Au boulot!
Prends le livre, à la page 111
We maken samen exercice 16c

Huiswerk: in online methode: exercice 16
- 16a (vergeet niet te klikken op 'heb ik gedaan'!)
- 16b (= uitlegfilmpje )
- 16c (overnemen uit je boek of nogmaals indien je het lastig vindt)
-16d+e wijzen voor zich.

Slide 21 - Diapositive