K4a 14/11

Donderdag 14 november
K4a - Rick Hendrix
Toetsweekvoorbereiding
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Donderdag 14 november
K4a - Rick Hendrix
Toetsweekvoorbereiding

Slide 1 - Diapositive

Part one
GS33: A lot of, lots of, much, many, little en few

Slide 2 - Diapositive

Bij enkelvoud gebruik je 'much' in vragende zinnen en ontkenningen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

In bevestigende zinnen gebruik je little en few
A
True
B
False

Slide 4 - Quiz

Is de volgende zin correct:
There are too much cars in this city.
A
True
B
False

Slide 5 - Quiz

Geef de vertaling van de volgende woorden:
little =
A little =

Slide 6 - Question ouverte

There were only .... students in the school.
A
Few
B
A few

Slide 7 - Quiz

Part two
GS17/18: woordvolgorde 

Slide 8 - Diapositive

Bepalingen van plaats en tijd staan meestal ..... in de zin.
A
Vooraan
B
Achteraan

Slide 9 - Quiz

Bepalingen van tijd staan altijd voor bepalingen van plaats.
A
True
B
False

Slide 10 - Quiz

Zet de volgende zin in de juiste volgorde:
1:
2:
the cat
slept
on my bed
last night
I  
went to
New York
in 2010

Slide 11 - Question de remorquage

Er staan 8 bijwoorden van tijd in het boek: noem er zo veel mogelijk :)

Slide 12 - Question ouverte

De bijwoorden van tijd staan VOOR het werkwoord.
A
True
B
False

Slide 13 - Quiz

Part three
Past simple

Slide 14 - Diapositive

Je maakt de past simple van REGELMATIGE werkwoorden door er .... achter te zetten.
A
-et
B
-ed
C
-d
D
-t

Slide 15 - Quiz

Je gebruikt de past simple om aan te geven dat:
A
iets in het verleden gebeurd is en nu is afgelopen.
B
iets in het verleden gebeurd is en het nu nog bezig is.
C
Wanneer er een bepaling van plaats én tijd in zit.

Slide 16 - Quiz

Part four
GS25: vragende voornaamwoorden

Slide 17 - Diapositive

who:
what:
which:
where:
when:
why:
how:
Wie..?
Wat..?
Wat/welke?
Waar..?
Wanneer..?
Waarom..?
Hoe..?

Slide 18 - Question de remorquage

Any questions left?

Slide 19 - Carte mentale