4. Hulp bieden bij de uitscheiding

Hulp bij uitscheiding
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hulp bij uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen 

Je kunt aan het einde van deze les:
- weet je wat er allemaal hoort bij uitscheiding
- kun je observatiepunten benoemen bij hulp bieden bij uitscheiding


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hulp bieden bij de uitscheiding 
Wat valt er allemaal onder uitscheiding? 
  • urine
  • feces
  • zweet
  • braaksel
  • sputum 
  • menstruatie

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Urine wordt gevormd in de nieren.
  • Nieren halen zout, afvalproducten en overtollig water uit het bloed
  • Urine verlaat het lichaam via urineleiders, blaas en urinebuis.
Urine

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn jouw aandachtpunten bij het observeren van urine?

Slide 5 - Question ouverte

  • frequentie (blaasontsteking, nervositeit, zwangerschap, braken), hoe vaak per 24 uur 
  • hoeveelheid (1,5 liter / 24 uur) hangt ook af van de intake
  • kleur. 
  • helderheid, troebel = infectie bacterie, eiwitten
  • geur. normaal ammoniak. diabetes naar aceton/zoetig
  • manier van urineren. zwangerschap, vergrote prostaat. 
Wat is urineretentie?

Slide 6 - Carte mentale

ophoping urine in de blaas door:
  • lichamelijke aspecten bv vergrote prostaat, verzakking 
  • psychische aspecten, angst, ongemakkelijk voelen. 
Wat kun jij doen? 
natuurlijk mogelijk houding aannemen
waterkraan laten lopen 
voldoende privacy
tijd gunnen aan zorgvrager

Wanneer spreek je van incontinentie?

Slide 7 - Carte mentale

ongewenst onwillekeurig verlies 
1 op de 20 
ook jongeren 
vaker vrouwen dan mannen
Wie is de snelste?
Je krijgt zo meteen een term te zien die te maken heeft met incontinentie. Wie kan het snelst opzoeken wat er wordt bedoelt met de term die je ziet?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zorg kun jij verlenen bij incontinentie?

Slide 9 - Question ouverte

  • juiste incontinentie materialen bij verschillende soorten incontinentie.
  • hygiëne toepassen
  • beschermen van bed / kleding 
  • urineopvangsystemen gebruiken bij de verschillende katheters
Is incontinentie te behandelen?
A
Ja
B
Nee
C
soms

Slide 10 - Quiz

bekkenbodem oefeningen 
elektrisch impuls 
blaastraining 
zelf katheterisatie
chirurgisch ingrijpen 
medicatie Bij (incontinentie)klachten van de bekkenbodem worden soms medicijnen voorgeschreven zoals oestrogenen, spasmolytica en laxeermiddelen.


Ontlasting
(defecatie) 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn jouw observatiepunten bij ontlasting ?

Slide 12 - Carte mentale

kleur,  geur,  consistentie, frequentie( bv 1xp.dag of 3/pwk )

Welke zorgproblemen kun jij tegenkomen als het om ontlasting gaat?

Slide 13 - Question ouverte

aars maden 
diarree
obstipatie 
incontinentie

obstipatie; voeding, laxantia.  aambeien (uitgezette adertjes rondom anus door bv persen) 




Transpiratie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom transpireren we?

Slide 15 - Question ouverte

meestal normaal , gezonde reactie van het lichaam. 
kan ook aanwijzing zijn dat er iets mis is met je zorgvrager. 

We zweten meestal om ons lichaam af te koelen, een proces dat thermoregulatie wordt genoemd. Onze hersenen sturen een signaal naar meer dan drie miljoen klieren in ons lichaam om zweet af te geven (een heldere vloeistof van water, zouten en eiwitten). Door verdamping van deze vloeistof daalt onze lichaamstemperatuur.
Transpireren is een ongezonde reactie van het lichaam...

A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is onze belangrijkste warmtebron?

A
vetweefsel
B
hart
C
spieren
D
lever

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het dat iedereen verschillend ruikt als je zweet?

Slide 18 - Question ouverte

zweet zelf is reukloos. 
het komt in aanraking met bacterie op je huid (warme plek = oksel) en daardoor gaat het ruiken. 

99% is water, 1% is afvalstof / zout en mineralen

Transpiratie is een vorm van…

A
convectieve afvoer
B
verdamping
C
stralingsafvoer
D
geleidingsafvoer

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn jouw aandachtspunten bij een transpirerende zorgvrager?

Slide 20 - Question ouverte

  • Goede rapportage
  • omgevingstemp. verlagen 
  • tocht voorkomen 
  • regelmatig opfrissen 
  • kleding/beddengoed regelmatig verschonen
  • extra drinken geven (bouillon) 
  • decubitus en smetten voorkomen 
  • begrip tonen
Menstruatie

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat er tijdens de menstruatie
uit de vagina komt,
is een mengeling van:

Slide 22 - Carte mentale

Bloed
Vocht
Kleine stolsels
Slijmvliesrestjes
Velletjes

Niet meer dan 100 ml per periode

Sputum 

Slide 23 - Diapositive

Sputum is een verhoogde slijmproductie. 
Oorzaak: ontstoken slijmvliezen van de ademhalingswegen
Onder gezonde omstandigheden wordt er geen sputum geproduceerd

A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

slijm is normaal. 
sputum is verhoogde slijmproductie. 

Sputum bevat vaak bacterien

A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

slijmvliezen van de ademhalingswegen zijn ontstoken. 
Tijdens het hoesten wordt er slijm opgegeven. Hoe noem je dit?
A
productieve hoest
B
slijmende hoest
C
geinfecteerde hoest
D
normale hoest

Slide 26 - Quiz

opvangen voor onderzoek:  steriele opvangpot. 
Wat zijn jouw observatiepunten bij sputum?

Slide 27 - Carte mentale

Hoeveelheid
Geur
Kleur en consistentie: 
- slijmerig = ontsteking bovenste luchtwegen
taai; bronchitis en pneumonie.  kan oranjebruin zijn. 
etterig; groen bij infectie
bloederig; longbloeding is rood schuimend (bv longcarcinoom)
Braken 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er bij braken?

A
je maag keert zich om
B
peristaltiek gaat te snel
C
peristaltiek gaat andersom
D
geen peristaltiek

Slide 29 - Quiz

Peristaltiek is het reflexmatig samentrekken van spieren van slokdarm naar darm.
Waar ligt je braakcentrum
A
in je hersenen
B
in je trachea
C
in je maag
D
in je galblaas

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen oorzaak van braken?
A
vergiftiging
B
angst
C
zwangerschap
D
overprikkeling van de galblaas

Slide 31 - Quiz

Wel oorzaak: 
  • prikkeling van maagslijmvlies door bv besmet voedsel
  • hersenaandoening(bv hersenschudding)
  • vergiftiging door medicijnen 
  • nervositeit, angst
  • aangeboren afwijking
  • zwangerschap (hormonen)
Wat is het grootste gevaar bij een brakende zorgvrager?
A
maagpijn
B
longontsteking
C
galblaas ontsteking
D
darmklachten

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke handeling voer je uit om een longontsteking te voorkomen?
A
rechtop laten zitten
B
rugligging
C
zijligging
D
op zijn rug kloppen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is explosief braken?
A
plotseling braken
B
spuitend braken
C
kokhalzen
D
braakneigingen zonder resultaat

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Observatiepunten bij braken
  • Tijdstip en frequentie (oorzaak bv voeding of zwangerschap)
  • Hoeveelheid
  • Manier van braken (explosief, kokhalzend)
  • Bestanddelen (bloed, gal, darminhoud=fecaal braken)
  • Geur

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen behaald?
Kun je observatiepunten benoemen bij hulp bieden bij uitscheiding?
                            WIE?


Weet je wat er allemaal hoort bij uitscheiding?
                            WIE?

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions