Doel van de les: Ik kan leestekens correct gebruiken.
Slide 5 - Diapositive
Komma
- Tussen twee persoonsvormen.
- Terwijl hij sliep, werd zijn huis versierd.)
- Voor een voegwoord
- Hij moet naar school, maar wil liever gamen
- Bij een opsomming.
- Ik hou van wandelen, fietsen, lezen en vakantie.)
- GEEN komma bij en/of
Slide 6 - Diapositive
De concertkaartjes, waren erg populair.
Het leesteken is correct gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Morgenochtend moet Alex vroeg op ???? want hij heeft heeft een examen.
A
!
B
:
C
,
D
.
Slide 8 - Quiz
Jeanet is aan het einde van haar studie Nederlands en, ze hoopt volgend jaar af te studeren.
Het leesteken is correct gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Instructie herhaling mavo 1
Gebruik hoofdletters en punten:
Elke zin begint met een hoofdletter.
Namen schrijf je met hoofdletters.
Achter een gewone zin komt een punt.
Achter een vraagzin komt een vraagteken?
Achter een uitroep komt een uitroepteken!
Slide 10 - Diapositive
Bekijk de tekst, waar moeten de hoofdletters en leestekens. Schrijf goed over in je schrift.
de leeuw en de muis
op een dag ving een leeuw een muis het beestje vroeg de leeuw hem los te laten in ruil daarvoor beloofde hij de leeuw te helpen daar moest de leeuw hard om lachen maar hij liet de muis toch lopen niet lang daarna hoorde de muis een luid gebrul in het bos jagers hadden de leeuw gevangen in een net waaruit hij niet kon ontsnappen de muis begon meteen te knagen en al snel was er een groot gat in het net zo kwam de leeuw vrij de kleine muis redde het leven van de grote leeuw en ze bleven voor altijd vrienden