Vraag en Aanbod H6

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Vraag en Aanbod 

H6 en herhaling

Wat is een voorbeeld van een vraaglijn?

1. Q = -2p + 100
2. Q = 3p - 85

Deze vraaglijn is:

1. Elastisch
2. Inelastisch
3. Volkomen inelastisch

Wat is de vergelijking van de collectieve vraaglijn als twee identieke consumenten deze individuele vraaglijn hebben?

1. q=-100p+50
2. q=-100p+100
3. q=-200p+50
4. q=-200P+100

Plaats de vier marktvormen in volgorde van weinig tot geen concurrentie op de markt tot veel concurrentie op de markt.

Volkomen concurrentie

Monopolistische concurrentie

Monopolie

Oligopolie

Wat zijn de marktvormen met prijzetting?

Martkvorm met prijszetting

Marktvorm zonder prijszetting

Monopolie

Oligopolie

Monopolistische concurrentie

Volkomen concurrentie

Zet de kenmerken bij de juiste marktvorm. 

Oligopolie

Monopolistische concurrentie

Weinig aanbieders

Veel aanbieders

Heterogene goederen

Risico op kartels

Vaak ontstaat een marktleider

Meestal vrije toetreding

Uitleg Hoofdstuk 6

www.onderwijsincijfers.nl

Zelf aan de slag

maak 6.1 t/m 6.8

Extra uitdaging:

http://havovwo.nl/havo/hec/bestanden/hecpi10iopg6.pdf

Zelf aan de slag

Maak opdracht 6.9 t/m 6.16

Extra uitdaging:

http://havovwo.nl/vwo/vec/bestanden/vec18iopg6.pdf

Valutamarkt

De wisselkoers van 1 euro is
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: 1,28
Hoeveel krijg je voor 300 euro?

1. $384
2. $231
3. $234
4. $390

Als de wisselkoers van de € stijgt,
dan ...

1. neemt de Nederlandse export toe
2. neemt de Nederlandse export af

Als de wisselkoers daalt..

1. daalt de export van dat land.
2. stijgt de export van dat land.

Zelf aan de slag

maak opdracht 6.17 t/m 6.23

Extra uitdaging:

https://www.economielokaal.nl/examen-2002-euro-glijdt-weg/

Verder:

Maak de zelftest!

Succes