monoloog

Monoloog
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Monoloog

Slide 1 - Diapositive

Monoloog: hoe overtuig je de ander?

- standpunt

- argument + uitleg + voorbeeld (AUB)

- tegenargument + weerlegging


Slide 2 - Diapositive

Argumenten: AUB
Ik vind dat ik een nieuwe IPhone nodig heb (standpunt, mening).

Argumenten?

Uitleg? (Bij)voorbeeld?

Slide 3 - Diapositive

Opbouw monoloog
inleiding: eindig met je standpunt. Werk toe naar je standpunt.
   Begin je standpunt met 'Daarom moet....'   Stel geen vragen! 
- Argument 1, 2, 3, 4 --> Uitleg (bijv. onderzoek) -->voorbeeld noemen (B)
tegenargument (is van je TEGENSTANDER en KORT GEFORMULEERD) +
   weerlegging (maak er gehakt van!)
- slot: IS HET BELANGRIJKSTE! herhaal je standpunt. Herhaal je twee
            argumenten. Uitsmijter (geen rijmpje). De laatste kans om je lezer te
            overtuigen!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Diapositive

Stap 1: stelling formuleren
Formuleer een stelling die voldoet aan de zeven criteria.
Dit vul je in op Classroom

Slide 8 - Diapositive

Stap 2: bronnenonderzoek
-Zoek minimaal 4 artikelen (drietallen minimaal 6 artikelen) over het nieuws. -Maak gebruik  van verschillende BETROUWBARE bronnen, zoals kranten, (informatieve) websites (over het nieuws). 
-In je monoloog moet je in elk geval argumenten voor je stelling verwerken, evenals een tegenargument en een weerlegging.
-Kopieer en plak je bron in Classroom. Boven elke bron noteer je de naam van degene die de bron uitwerkt: markeer op hoofdzaken en bruikbare informatie voor argumenten.
Voorbeelden van bronnen: www.nos.nl, www.nu.nl, www.nemokennislink.nl, www.quest.nl, www.ad.nl, www.nrc.nl

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive