BS 2; GENEN

Thema 3
Erfelijkheid
les 2


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 3
Erfelijkheid
les 2


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BS 2: Genen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat weet je nog? 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling les 1
  • Elk chromosomenpaar bestaat uit twee dezelfde chromosomen
  • Elk gen bestaat uit twee allelen, één op elk chromosoom.
  • De twee allelen van een gen kunnen verschillen

Genotype: alle genen die in een celkern aanwezig zijn.
Fenotype: uiterlijke kenmerken,maar is ook afhankelijk van omgevingsfactoren12

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar gaat deze basisstof over?
Homozygoot
Heterozygoot
Dominante en recessieve allelen
Letters voor allelen
Intermediair fenotype

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief allelen en intermediair fenotype betekenen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homozygoot en Heterozygoot
Homozygoot: (homo=gelijk)
Twee gelijke allelen voor een bepaalde eigenschap. 

Heterozygoot: (hetero=ongelijk)
Twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap. 

Vb: haarvorm= steil haar of krullend haar

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dominante en recessieve allelen

Deze jongen heeft krullend haar.

Het gen voor krullend haar heeft invloed op het uiterlijk. Deze is dus eigenlijk sterker.


Dit noem je een dominant allel

Het gen voor steil haar komt niet tot uiting dit noemen we  een recessief allel

Slide 10 - Diapositive

Een dominant allel zie je altijd terug in het fenotype.

Een recessief allel zie je alleen terug in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is.


dominant allel :  
Allel dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk. 

recessief allel: 
Allel dat alleen tot uiting komt als er geen dominant allel is

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Letters voor allelen
Een dominant allel geef je aan met een hoofdletter
Een recessief allel met dezelfde kleine letter.

Bijvoorbeeld: 
dominant allel met de letter A.
 recessief allel met de letter a.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 genotypen mogelijk:



Homozygoot dominant = AA              fenotype: krullend haar   

Homozygoot recessief = aa               fenotype:   steil haar   

Heterozygoot = Aa             fenotype: krullend haar



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intermediair 
fenotype

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intermediair fenotype

beide genen even sterk!!! 

Waarin beide allelen even sterk tot uiting komen. 


Rood leeuwenbekje = ArAr

Wit leeuwenbekje = AwAw

Roze leeuwenbekje = ArAw

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aa is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een recessief gen wordt aangegeven met een hoofdletter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aa is
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot Dominant
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot Dominant

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

AA is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak je huiswerkopdrachten af
Maak de test jezelf van de basisstof
Lees basisstof 3.3 Kruisingen vast door

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions