Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Formuleren
Schrijftaal en spreektaal
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Je weet wat het verschil is tussen schrijftaal en spreektaal
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Vidéo
Schrijftaal of spreektaal
Er zijn woorden die je heel vaak gebruikt, maar nooit in officiële teksten schrijft of leest.
De woorden die je wel zegt, marr niet schijft, noem je spreektaal.
'Kom es effe hier!' zeg je
'Kom eens even hier!' schrijf je
Slide 5 - Diapositive
Schrijftaal of spreektaal
Officiële teksten zijn bijvoorbeeld brieven en e-mails aan mensen die je niet kent. Er zijn ook woorden die je niet zo snel zou gebruiken in een gesprek.
'Defect' --> 'kapot'
Deze 'officiële' woorden noem je schrijftaal.
Slide 6 - Diapositive
Schrijftaal of spreektaal
Spreektaal is geen standaardtaal, maar een groepstaal.