Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H4 spelling woorden korter schrijven
Spelling
Hoofdstuk 4: afkortingen en symbolen
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spelling
Hoofdstuk 4: afkortingen en symbolen
Slide 1 - Diapositive
Raadsel!
Van welk woord zijn hier de medeklinkers weggelaten?
Slide 2 - Diapositive
Doel van de les
Aan het einde van de les weet je op welke vijf manieren je een woord(groep) korter kunt schrijven.
En hebben we werkwoordspelling herhaald.
Slide 3 - Diapositive
Welke afkortingen uit
het Nederlands ken je?
Slide 4 - Carte mentale
Ken je deze afkortingen?
Slide 5 - Diapositive
Woorden korter schrijven
Afkorting
Weergave woord(groep) met beperkt aantal letters.
Je spreekt het uit als het oorspronkelijke woord.
Je schrijft het met een of meer punten.
Gebruikt hoofdletters als het in het oorspronkelijke woord voorkomt.
e.d. (= en dergelijke), Z.M. (Zijne Majesteit)
Slide 6 - Diapositive
Waar staat de afkorting [m.b.t.] voor?
Slide 7 - Question ouverte
Woorden korter schrijven
Letterwoord
Bestaat uit eerste letters van naam/woordgroep
Je spreekt het uit als een woord
Geen punten
Je gebruikt hoofdletters als die ook in het afgekorte woord voorkomen.
pin (persoonlijke identificatienummer), NAVO (=Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)
Slide 8 - Diapositive
Waar staat het letterwoord [havo] voor?
Slide 9 - Question ouverte
Woorden korter schrijven
Initiaalwoord
Gevormd volgens de regels van het letterwoord
Je spreekt de losse letters uit
btw (= belasting over toegevoegde waarde); NS (= Nederlandse Spoorwegen)
Slide 10 - Diapositive
Waar staat het initiaalwoord [pc] voor?
Slide 11 - Question ouverte
Woorden korter schrijven
Verkorting
Opgebouwd uit een of meerdere delen van lettergrepen
Je spreekt het uit als een woord
info (= informatie, wifi (wireless fidelity)
Slide 12 - Diapositive
Waar staat de verkorting [airco] voor?
Slide 13 - Question ouverte
Woorden korter schrijven
Symbolen
Notatie van een wetenschappelijk begrip/eenheid/valuta
Spreekt het uit voor het woord waar het voor staat.
Schrijfwijze is afgesproken (hoofdletters, punten etc.)
V (= volt), ml (= milliliter)
Slide 14 - Diapositive
Waar staat het symbool [H2O] voor?
Slide 15 - Question ouverte
m.a.w.
Afkorting
Letterwoord
Initiaalwoord
Verkorting
Symbool
km/h
wc
ufo
prof
Slide 16 - Question de remorquage
Werkwoordspelling
Persoonsvorm (tegenwoordige tijd en verleden tijd)
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Diapositive
Hoe spel je de werkwoorden?
[leiden] deze weg naar Wassenaar of [belanden] ik straks in Scheveningen?
Slide 18 - Question ouverte
Hoe spel je de werkwoorden?
[aanvaarden] je broer nog steeds niet je excuses, omdat je hem hebt [misleiden]?
Slide 19 - Question ouverte
Hoe spel je de werkwoorden?
Zo nu en dan [rondkijken] [proberen] de zakkenroller een geschikte kandidaat te vinden.
Slide 20 - Question ouverte
Hoe spel je de werkwoorden?
Het pas [verbanden] huis is door de bewoners helemaal opnieuw [verven].
Slide 21 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling H7 paragraaf 5 vwo3
Octobre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
24-09-2024: spelling woorden korter schrijven
Octobre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
24-09-2024: spelling woorden korter schrijven
Septembre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
24-09-2024: spelling woorden korter schrijven
Octobre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Spelling hoofdstuk 4: woorden korter schrijven
Mars 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
17/3 H4 woorden korter schrijven (+ oefening met n of zonder en verkleinwoorden)
Mars 2023
- Leçon avec
51 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
afkortingen en symbolen
Avril 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4: afkortingen en symbolen
Avril 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3