TH1: vt zwakke/sterke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

TH1B: Woensdag 12 januari

Pak je spullen: leesboek, boeken, chromebook, pen etc.

Begin alvast met lezen

Maandag 17 januari is de boekenbabbel. 
Zorg ervoor dat je boek dan uit is!!!

Wat gaan we doen vandaag?

- 10 minuten lezen

- Werkvorm: sterke en zwakke werkwoorden

- Opdrachten afmaken + nakijken

- Tijd over? Oefentoets op Classroom

Werkvorm

Stap 1. Maak tweetallen.

Stap 2. Knip/scheur de kaartjes uit.

Stap 3. Plak/leg/zet de kaartjes op het juiste A4'tje.

Uiteindelijk ontstaat er een soort woordweb.

Aan de slag

- Blz. 136 opd 1 t/m 3

- Blz. 162 opd 1 t/m 3 

Klaar?
Kijk je gemaakte werk na. Antwoorden staan op Classroom.

Nagekeken en tijd over?
1. Maak de oefentoets op Classroom (zie kopje "oefenmateriaal spelling").
2. Oefen op www.cambiumned.nl 

Wat staat hier?

Lesdoelen:

- Je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

- Je leert over de verleden tijd van sterke werkwoorden.

Zwakke en sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen van klank (ze
zijn zo sterk dat ze kunnen veranderen).

Zwakke werkwoorden niet.   

Voorbeeld:

Ik fiets --> ik fietste             Welke van de 2 is dus een sterk ww?
Ik loop --> ik liep                   Hoe kun je dat zien?

      

Tekst

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

Helpen

Praten

Werken

Lopen

Welk woord is een zwak werkwoord?
Bakken of zwemmen?

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

H5: Zwakke werkwoorden

De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:

enkelvoud	stam + -de	stam + -te
ik/jij/hij/zij	speelde, herhaalde	lustte, fietste

meervoud	stam + -den	stam + -ten
wij/jullie/zij	speelden, herhaalden	lustten, fietsten

'T ex-fokschaap

Gebruik :   't ex-fokschaap

Voorbeeld: het werkwoord "stampen"

Stampen  (hele werkwoord -en)

De p zit wel in het 't ex-fokschaap,
dus wordt het "ik stampte". 

H6: Sterke werkwoorden

- Voor sterke werkwoorden zijn er geen regels. Je moet ze gewoon onthouden.

Hele werkwoord	Verleden tijd
Lopen	Liepen
Kiezen	Kozen
Zoeken	Zochten
Bespreken	Besproken

MAKEN
VT - Ik ..... mijn huiswerk

1. maakde
2. maakden
3. maakte
4. maakten

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish

1. haalde
2. haalden
3. haalte
4. haalten

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap

1. dode
2. doden
3. doodde
4. doodden

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk

1. lifte
2. liften
3. liftte
4. liftten

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk

1. lifte
2. liften
3. liftte
4. liftten

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot

1. leide
2. leiden
3. leidde
4. leidden

Kies de juiste spelling van de pv in de verleden tijd.

hele werkwoord: verlaten

1. Ik verliet
2. Ik verlaatte

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?

Arjan en Junior [...] alles over de inbraak.

1. wisten
2. weten
3. wist
4. weten

Wat is de verleden tijd mv van 'meelopen'?

1. Liepen mee
2. loopten mee

Wat is de juiste spelling in de verleden tijd?

Wij (kopen, VT) eerder altijd veel druiven in, omdat Sam daar zoveel van (eten, VT).

1. kochtten, eette
2. kochten, at
3. koopten, at
4. kochten, eette