5.3: Variatie in genotypen

Welkom
Telefoon in de bak
Zitten volgens de plattegrond
Pak je laptop erbij
Inloggen LessonUp.app
timer
3:00
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Telefoon in de bak
Zitten volgens de plattegrond
Pak je laptop erbij
Inloggen LessonUp.app
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Planning vandaag
  • herhalen chromosomen, DNA en genen
  • lesdoel vandaag
  • instructie
  • zelfstandig werken
  • check lesdoel
  • huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Erfelijkheid en evolutie
Wat weet je nog?

Slide 3 - Diapositive


Wat zijn chromosomen?
A
lange dunne draden in de celkern
B
het zijn kernen
C
Bevatten eigenschappen
D
zijn cellen

Slide 4 - Quiz

Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen heb je van je moeder?
A
46
B
23
C
22
D
45

Slide 5 - Quiz

1. In een lichaamscel komen .... chromosomen voor.
2. In een geslachtscel komen ... chromosomen voor.
A
Beide 46 chromosomen
B
Beide 23 chromosomen
C
1. 46 chromosomen, 2. 23 chromosomen
D
1. 23 chromosomen, 2. 46 chromosomen

Slide 6 - Quiz

lesdoel
Je kan uitleggen dat door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.


Slide 7 - Diapositive

Ik kan omschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat
05

Slide 8 - Sondage

Wat is variatie in genotypen?
A
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype als de ouders
B
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype maar een ander fenotype
C
Een nakomeling heeft en ander genotype dan de ouders

Slide 9 - Quiz

Chromosomen, DNA, gen

Slide 10 - Diapositive

Chromosomen en genen

Slide 11 - Diapositive

Chromosomen en genen

Slide 12 - Diapositive

Lichaamscel met chromosomen en genen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Als voorbeeld nemen we het gen voor oogkleur.


Het gen voor bruine ogen is dominant
Dominant betekent dat dit gen 'wint' 
van bijvoorbeeld het gen voor blauwe ogen  

Slide 19 - Diapositive

B en b
Het dominante gen schrijven we met een grote letter, dus nu B
Het gen wat niet dominant is (recessief) schrijven we met een b

Iemand met genotype BB heeft dus als fenotype bruine ogen en iemand met genotype Bb heeft ook als fenotype bruine ogen.


Iemand met genotype bb heeft dan?



Slide 20 - Diapositive

Zwart en blond
Z codeert voor zwart haar en z codeert voor blond haar.

Iemand met genotype ZZ heeft als fenotype zwart haar 
Iemand met genotype Zz heeft als fenotype ?
Iemand met genotype zz heeft dan?


Slide 21 - Diapositive

Aardappelmannetjes
  • gen voor “Bruine ogen” (B) het gen voor “blauwe ogen” (b)
                                                                 
  • gen voor “Zwart haar” (Z)  het gen voor “blond haar” (z) 

  • gen voor “Dikke, ronde neus” (D) het gen voor “dunne neus” (d)

  • gen voor “Konijnen oren” (K) het gen voor “kleine oren” (k)




Slide 22 - Diapositive

klap je laptop dicht, log niet uit!
We gaan aardappelmannetjes maken

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
Kayra
Oliwier
Denisa
Asrar
Tess
Melis
Sude
Suus
Damian
Sam
Dylano
Noah
Bradley
Obaida
Dean
Junhao
bord

Slide 24 - Diapositive

Bestaan de chromosomen van een chromosomenpaar altijd uit dezelfde erfelijke informatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Wat is variatie in genotypen?
A
Een nakomeling heeft en ander genotype dan de ouders
B
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype maar een ander fenotype
C
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype als de ouders

Slide 27 - Quiz

Door veel variatie in genotypen zijn er ook meer verschillende fenotypen in een populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Hoe krijg je variatie in genotype
A
Celdeling
B
Evolutie
C
Geslachtelijke voorplanting
D
Natuurlijke selectie

Slide 29 - Quiz

Ik kan omschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat
05

Slide 30 - Sondage

Volgende les
Huiswerk
Lezen basisstof 5.3 
Maken opdracht 1 t/m 4

We gaan dan verder met mutaties

Slide 31 - Diapositive