U2 - grammaire bezittelijk vnw

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

maak het rijtje van het bezittelijk voornaamwoord.

hoe zat dat met...

het verschil in het Nederlands?

comment s'appelle ton/ta copain?

1. ton
2. ta

Marie est mon/ma amie

1. mon
2. ma

vertaal:
Estelle is MIJN zus

1. mon
2. ma

HAAR vader woont in Toulouse

1. son
2. sa

vul aan
......... .......... habite à Toulouse (mijn oom)

vul aan:
Lucas avec ......... ........... (zijn ouders)

antwoord in het Frans in hele zinnen
C'est ton stylo? - Oui, ...........

antwoord in het Frans in hele zinnen
C'est ton frère? Non! ........... (haar broer)

antwoord in het Frans in hele zinnen
C'est ta copine? Oui,

les devoirs

Leren apprendre3

apprendre 5

p.65/66