V3 Taalverzorging 1 t/m 3
1 / 34
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Als je kijkt naar hoe je vergelijkbare woorden spelt, dan kijk je naar de ... van een woord.
A
etymologie
B
analogie
Slide 4 - Quiz
Waar kijk je dan naar bij etymologie?
Slide 5 - Carte mentale
Welke informatie geeft een woordenlijst NIET?
A
grammaticale categorieën
B
de spelling van woorden
C
lidwoorden
D
verbuigingen
Slide 6 - Quiz
In welk naslagwerk kun je het beste zoeken als je wilt weten wanneer je een tussen-n schrijft en wanneer niet?
A
woordenboeken
B
handboeken spelling en stijl
C
woordenlijsten
Slide 7 - Quiz
Waar moet je goed op letten als je een spellingcontrole in bijvoorbeeld Word gebruikt?
Slide 8 - Question ouverte
Waar wordt de spelling van woorden nog meer door bepaald naast de uitspraak?
Slide 9 - Carte mentale
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
Maar twintig procent van de aanwezigen stemden voor.
Maar twintig procent van de aanwezigen stemden voor.
Slide 10 - Question ouverte
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
Een verbrandde tong veroorzaakt bij veel mensen pijn en blaasjes op de tong.
Een verbrandde tong veroorzaakt bij veel mensen pijn en blaasjes op de tong.
Slide 11 - Question ouverte
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
De verliezende finalist van Wie is de Mol? krabde zich nog even achter de kiezen.
De verliezende finalist van Wie is de Mol? krabde zich nog even achter de kiezen.
Slide 12 - Question ouverte
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
In het verleden bleek hij de beste lange afstandsloper te zijn.
In het verleden bleek hij de beste lange afstandsloper te zijn.
Slide 13 - Question ouverte
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
Ik wens je eensgelijks het beste toe voor de kerstdagen en voor het nieuwe jaar!
Ik wens je eensgelijks het beste toe voor de kerstdagen en voor het nieuwe jaar!
Slide 14 - Question ouverte
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
De operazangeres kreeg een staande ovulatie voor haar optreden, die gisteravond in de schouwburg plaatsvond.
De operazangeres kreeg een staande ovulatie voor haar optreden, die gisteravond in de schouwburg plaatsvond.
Slide 15 - Question ouverte
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur understatement?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot
Slide 16 - Quiz
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur ironie?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot
Slide 17 - Quiz
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur litotes?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot
Slide 18 - Quiz
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur anafoor?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot
Slide 19 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Achter raam na raam na raam sluiten gordijnen en gaan lampen aan.
Achter raam na raam na raam sluiten gordijnen en gaan lampen aan.
A
understatement
B
repetitio
C
anafoor
D
hyperbool
Slide 20 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Steunden ze elkaar wel door dik en dun?
Steunden ze elkaar wel door dik en dun?
A
antithese
B
retorische vraag
C
anticlimax
D
chiasme
Slide 21 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Er is wel een enkeling die Justin Bieber kent.
Er is wel een enkeling die Justin Bieber kent.
A
understatement
B
repetitio
C
anafoor
D
hyperbool
Slide 22 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Hebben ze hier weleens van op tijd rijden gehoord?
Hebben ze hier weleens van op tijd rijden gehoord?
A
litotes
B
retorische vraag
C
anticlimax
D
chiasme
Slide 23 - Quiz
Welk stijlfiguur?
De scheidsrechter en de voetbalspeler hebben een kleine woordenwisseling gehad: beiden hebben
nu een blauw oog.
De scheidsrechter en de voetbalspeler hebben een kleine woordenwisseling gehad: beiden hebben
nu een blauw oog.
A
understatement
B
repetitio
C
ironie
D
eufemisme
Slide 24 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Het weer in Nederland is niet om over naar huis te schrijven: het regent zo’n 364 dagen per jaar.
Het weer in Nederland is niet om over naar huis te schrijven: het regent zo’n 364 dagen per jaar.
A
understatement
B
hyperbool
C
ironie
D
eufemisme
Slide 25 - Quiz
Welk stijlfiguur?
De nieuwe politieke partij kwam, de partij zag, de partij… verloor in de verkiezingen.
De nieuwe politieke partij kwam, de partij zag, de partij… verloor in de verkiezingen.
A
sarcasme
B
anafoor
C
climax
D
anticlimax
Slide 26 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Hij is gezond in hoofd, lijf en leden.
Hij is gezond in hoofd, lijf en leden.
A
repetitio
B
tricolon
C
litotes
D
anticlimax
Slide 27 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood.
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood.
A
litotes
B
retorische vraag
C
anticlimax
D
chiasme
Slide 28 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Een tolerante samenleving mag intolerantie niet tolereren.
Een tolerante samenleving mag intolerantie niet tolereren.
A
litotes
B
hyperbool
C
chiasme
D
paradox
Slide 29 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Ik sterf van de honger.
Ik sterf van de honger.
A
litotes
B
hyperbool
C
chiasme
D
paradox
Slide 30 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Hij woont daar niet onaardig.
Hij woont daar niet onaardig.
A
litotes
B
hyperbool
C
chiasme
D
paradox
Slide 31 - Quiz
Welk stijlfiguur?
De dwaaste mens is tegelijkertijd ook de wijste.
De dwaaste mens is tegelijkertijd ook de wijste.
A
litotes
B
hyperbool
C
paradox
D
chiasme
Slide 32 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Het was een gigantisch grote bom... De klok telde af... drie... twee... een... Er gebeurde niets.
Het was een gigantisch grote bom... De klok telde af... drie... twee... een... Er gebeurde niets.
A
repetitio
B
tricolon
C
litotes
D
anticlimax
