Verbod op religieuze uitingen bij politieagenten

• Mens & Maatschappij
• Maatschappijleer
• +1
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Verbod op religieuze uitingen bij politieagenten

Introductie

Kort voor de zomervakantie werd bepaald dat politie en andere overheidsfunctionarissen geen religieuze symbolen meer mogen dragen. Daarmee zijn het keppeltje en de hoofddoek bijvoorbeeld in de ban bij politie. Tegenstanders van zo'n verbod vragen zich hardop af of iemands neutraliteit niet meer een zaak van het hart is dan van zo'n symbool.

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je voorbeelden geven van argumenten in de discussie over religieuze uitingen.

Wat weet je al over het verbod op religieuze uitingen bij politieagenten?

Bron

De Volkskrant Definitief verbod op hoofddoek of keppel bij politie: ‘Dit werkt juist polariserend’

Woordenschat

keppel, kruisjes, geloofs- en levensovertuigingen, religieuze neutraliteit, motie, inclusief, polariserend, Angelsaksische wereld, beleidswijziging, diversiteit, buitengewoon, politievakbond, opsporingsambtenaren (boa’s), neutraal, migratieachtergrond

Vragen

1. Wat is het definitieve verbod dat Minister Dilan Yeşilgöz wil toevoegen aan de nieuwe kledingvoorschriften voor politieagenten in uniform? 

2. Waarom wil de minister de 'religieuze neutraliteit' expliciet opnemen in de Kledingregeling van de politie? 

Vragen

3. Welke politicus pleitte voor het verbod op religieuze uitingen bij politieagenten, en werd deze motie gesteund door een meerderheid in de Tweede Kamer?

4. Hoe reageert de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme op het voorgestelde verbod?

Vragen

5. Welke landen in de Angelsaksische wereld staan het dragen van hoofddoeken, keppels of tulbanden toe voor politieagenten?

6. Waarom voeren deze landen een beleidswijziging door om religieuze uitingen toe te staan bij politieagenten?

7. Waarom is politievakbond ACP blij met het besluit van het verbod?

Vragen

8. Hoe lang wordt er al gedebatteerd over het al dan niet dragen van religieuze uitingen door politieagenten en buitengewoon opsporingsambtenaren in uniform?

9. Wat waren de plannen van de Amsterdamse politietop met betrekking tot het toestaan van een hoofddoekje als onderdeel van het politie-uniform?

Vragen

10. Waarom wilden ze meer agenten met een migratieachtergrond werven?

Opdracht 1 - Postersamenvatting

Ontwerp een poster die de argumenten voor en tegen het verbod op een visueel aantrekkelijke manier weergeeft.

Laat de leerlingen in groepjes werken en hun posters aan het einde van de les presenteren aan de klas.

Opdracht 2 - Brief

Schrijf een brief aan Minister Dilan Yeşilgöz waarin je jouw mening over het verbod op religieuze uitingen uit en vragen stelt over de motivatie achter het besluit.

De leerlingen kunnen individueel aan deze opdracht werken. Bespreek de brieven in een volgende les.

Opdracht 3 - Perspectief van betrokkenen

Schrijf een fictief interview met een politieagent die persoonlijk betrokken is bij het verbod op religieuze uitingen en laat hem/haar de gevolgen van het besluit bespreken.

Leerlingen kunnen individueel of in tweetallen aan deze opdracht werken. Laat ze hun interviews delen en bespreken in de klas.

Opdracht 4 - Debat

Organiseer een mini-debat in de klas, waarbij leerlingen willekeurig een standpunt krijgen toegewezen en argumenten moeten bedenken om hun positie te verdedigen inzake het verbod.

Verdeel de klas in twee groepen en laat ze debatteren met behulp van de argumenten die ze hebben bedacht. Moedig respectvolle discussie aan.

Opdracht 5 - Alternatieve oplossingen

Bedenk vijf alternatieve oplossingen die de diversiteit binnen het politiekorps kunnen bevorderen zonder religieuze uitingen toe te staan.

Laat leerlingen individueel of in groepjes aan deze opdracht werken. Bespreek de oplossingen in de klas en vergelijk ze met elkaar.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.