Donderdag 2 april: rekenen, blok 7, week 2

Rekenen
Pak alvast maar een uitrekenblaadje
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen
Pak alvast maar een uitrekenblaadje

Slide 1 - Diapositive

Doelen
  • Vermenigvuldigen met getallen boven de 10 
  • Delen door 2, 4 en 8, 5 en 10 en 3 en 6
  • Vergelijken van verdelingen
  • Delen door 10 en 5 met verschillende maten
  • Tekenen en lezen van een bouwplaat

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel
kosten de spellen samen?

Slide 3 - Question ouverte

Hoeveel kosten de
boeken samen?

Slide 4 - Question ouverte

1 spel kost 48 euro.
Ik heb 4 spellen.
Welke keersom past hierbij?
A
1 x 48
B
1 x 4
C
4 x 48
D
48 x 4

Slide 5 - Quiz

1 boek kost 48 euro. 
of
of
of
6 x 48 = 244
6 x 48 = 288
3 x 48 =  144
5 x 48 = 140
5 x 48 = 240
3 x 48 = 128

Slide 6 - Question de remorquage

Maak 5 keersommen met de uitkomst
60

Slide 7 - Carte mentale

Wat is de deelsom die bij dit
plaatje past?
A
132 : 6
B
3 : 132
C
132 : 3
D
100 : 3

Slide 8 - Quiz

Wat is de uitkomst van de vorige som?
132 verdelen in drie dozen?

Slide 9 - Question ouverte

600
____
 10 
600
____
  6 
600
____
  5 
600
____
  4 
600
____
 3
600
____
  2 
100
150
200
60
300
120

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is de uitkomst van deze som?
1000
_____
2

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de uitkomst van deze som?
1000
_____
4

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de uitkomst van deze som?
1000
_____
8

Slide 13 - Question ouverte

Verdeel de broden in gelijke
stukken. Hoeveel kinderen
krijgen een stuk?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 14 - Quiz

Verdeel de broden in gelijke
stukken. Hoeveel kinderen
krijgen een stuk?
A
10
B
8
C
6
D
4

Slide 15 - Quiz

Eerlijk delen.
Hoeveel krijgt ieder kind?

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel Turkse broden
kun je maken?

Slide 17 - Question ouverte

3
4
6

Slide 18 - Question de remorquage

2
3
4
6

Slide 19 - Question de remorquage

Wij verdelen 1 euro met 10 kinderen.
Hoeveel krijgt ieder kind?

Slide 20 - Question ouverte

Wij verdelen 1 euro met 5 kinderen.
Hoeveel krijgt ieder kind?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is juist?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
25 cl is een kwart liter
B
40 cent is minder dan een halve euro
C
Er gaan 5 bekers van 10 cl in 1 liter
D
Een halve liter is 500 cl

Slide 22 - Quiz

Hoeveel cl krijgt
ieder kind?

Slide 23 - Question ouverte

Hoeveel cl krijgt
ieder kind?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is juist?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Een halve meter is 50 cm
B
50 cl is een halve liter
C
10 munten van 10 cent is 1 euro
D
Er gaan 10 bekers van 10 cl in 1 liter

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Question de remorquage

Hoeveel blokjes?

Slide 27 - Question ouverte

Hoeveel blokjes?

Slide 28 - Question ouverte