Zinsontleden 3.7 (les 4 t/m 6)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom in 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• leerwerkboek deel A
• je leesboek
• pen
• iPad (in je tas)

Les 4

Planning

• Vul eens in?
• Uitleg nieuw zinsdeel
• Samen opdrachten maken
• Testje: wat weet je nu?
• Vooruitblik
  

Opdracht 3, p. 176

a Mijn vriendin heeft haar arm gebroken. Ik stuur ..... een lief whatsappje.

b Mijn mentor geeft ..... de cijfers van de toets.

c Mijn vader wordt vijftig jaar, 

   dus we hebben ................ een verrassingsfeest georganiseerd.

d Kun je.............. jouw boek Nederlands even lenen, ik ben het mijne          vergeten.

Samen lezen p. 176

• Hoofdrolspeler => onderwerp doet
• 2e rol => lijdend voorwerp, onderwerp doet er iets mee
• 3e rol => meewerkend voorwerp, 

                                          ontvangt iets of raakt iets kwijt 

Mijn leraar vertelt ons mooie verhalen.

Meewerkend voorwerp p. 176

Meewerkend voorwerp

Aan wie/wat of voor wie/wat + gezegde + o + lv?

Let op! 

Aan / voor moet je kunnen weglaten of erbij denken.

Ik geef hem de taart. Ik geef aan hem de taart.

Opdracht 6 pagina 177

De leerlingen presenteren hun werkstuk aan de ouders.

1. Onderstreep pv en zet zinsdeelstrepen.
2. Zet wg boven pv en overige delen van wg.
3. Wie/wat + gezegde?
4. Wie/wat + gezegde + o?
5. Aan wie/wat of voor wie/wat + wg + o + lv?

Opdracht 7 pagina 177

Het clubje vrienden kocht voor de jarige klasgenoot een heerlijke slagroomtaart.

1. Onderstreep pv en zet zinsdeelstrepen.
2. Zet wg boven pv en overige delen van wg.
3. Wie/wat + gezegde?
4. Wie/wat + gezegde + o?
5. Aan wie/wat of voor wie/wat + wg + o + lv?

Leraren bieden leerlingen
een taartje aan.
Werkwoordelijk gezegde?

Leraren bieden leerlingen
een taartje aan.
Onderwerp?

Leraren bieden leerlingen
een taartje aan.
Lijdend voorwerp?

Leraren bieden leerlingen
een taartje aan.
Meewerkend voorwerp?

Vooruitblik

Volgend les verder met 3.7

Deel A en je leesboek meenemen!

Welkom in 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• leerwerkboek deel A
• pen
• leesboek
• iPad (in je tas)

Les 5

Planning

• Twee opdrachten maken en nakijken
• Welke vragen heb je?
• Vooruitblik
  

Opdracht 8 en 13a

8a. pv - zinsdelen - wg - o - lv - mv

Mijn lerares geeft ons onze toetsen terug.

13a1. pv - zinsdelen - wg - o - lv - mv

Vertellen je docenten je ook vaak verhalen over 21-eeuwse vaardigheden?                                                              

                                                                  Klaar? Kijk na.

Opdracht 8

Vragen?

Vooruitblik

Neem je leerwerkboek deel A en leesboek mee.

We gaan de weektaak afronden.

Welkom in 

Je bent stil en hebt klaarliggen:

• leerwerkboek deel A
• pen
• leesboek
• iPad (in je tas)

Les 6

Planning

• Testje: wat heb je van deze week onthouden?
• Opdracht 13a nakijken
• Werkmoment
• Hoe ver ben je met de opdrachten?
• Vooruitblik

Hoe vind je de persoonsvorm?

Welke woorden kunnen (naast werkwoorden) bij het wg horen?

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp van de zin te vinden?

1. Wie/wat + wg?
2. Wie/wat + wg + o?
3. Wie/wat + wg + o + lv?
4. Aan wie/wat OF voor wie/wat + wg + lv?

Met welke woordsoort begint het onderwerp en lijdend voorwerp NOOIT?

1. zelfstandig naamwoord
2. lidwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Wat moet je bij het meewerkend voorwerp altijd testen?

Opdracht 13a

Werkmoment

Maak in je leerwerkboek opdracht: 1a pagina 175.

Af? Kijk zelf na en verbeter met een andere kleur.

Hoe ver ben je?

Les 1: In je leerwerkboek 3.7 opdracht: 3, 6 en 7.

Les 2: In je leerwerkboek 3.7 opdracht: 8 en 13a.

Les 3: In je leerwerkboek 3.7 opdracht: 1a.

Nagekeken en verbeterd.

Vooruitblik

Verder met ontleden.

Neem mee leerwerkboek deel B.

Leesboek.