Herhaling H7 Materie

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Natuurkunde H7

- Het deeltjesmodel

- Temperatuur en het deeltjesmodel

- Stoffen scheiden

- Atomen als bouwstenen

Lesdoel

- Bekend zijn met theorieën en begrippen uit H7

- Oefenen met theorieën en begrippen uit H7

In welke fase is een stof het warmst?

1. vloeibaar
2. vast
3. gas
4. maakt geen verschil

Fasen en fase-overgangen

- vaste fase: moleculen zitten op een vaste plek, ze trillen een klein beetje. De afstand tussen moleculen is klein en de aantrekkingskracht groot.

- vloeistof: de moleculen bewegen langs elkaar, de afstand tussen de moleculen is groter. De aantrekkingskracht is zo groot dat de moleculen bij elkaar blijven.

- gas: de moleculen bewegen vrij van elkaar door de ruimte. 

De afstand is groot en de aantrekkingskracht klein

0

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel

1. de moleculen van een stof veranderen niet
2. de moleculen van een stof bewegen
3. de moleculen van een stof trekken elkaar aan

In welke fase zitten de atomen van een stof het dichts bij elkaar?

1. gas fase
2. vloeibare fase
3. vaste fase
4. is altijd gelijk

Trekken moleculen van een stof elkaar aan?

1. Nee
2. Ja

Chemische reacties

Verbranding van hout

Bij een chemische reactie verdwijnen je beginstoffen (hout) en ontstaan er nieuwe reactieproducten (as)

Reactieschema's

beginstoffen -> eindproducten

voorbeeld

methaan + zuurstof -> koolstofdioxide + water

20 graden Celcius = 293 Kelvin

Hoeveel Kelvin is 25 graden Celsius?

1. 2 68Kelvin
2. 0Kelvin
3. 294Kelvin
4. 298Kelvin

Hoeveel Kelvin is -10 graden Celsius?

1. 283Kelvin
2. 263Kelvin
3. -10Kelvin
4. -263Kelvin

Bij hoeveel graden Kelvin bewegen stoffen niet meer? En wat is dus het absolute nulpunt in Kelvin?

1. 100 Kelvin
2. 1000 Kelvin
3. 273 Kelvin
4. 0 Kelvin

Wat is het kookpunt van olijfolie in graden Celsius? Gebruik Binas tabel 16

1. 843 graden
2. 297 graden
3. 0 graden
4. 570 graden

Wanneer de temperatuur in een band toeneemt. Wat gebeurt er met de gasdruk in de band?

1. neemt af
2. blijft gelijk
3. dat kan je niet weten
4. neemt toe

Stoffen scheiden

Moleculen en atomen van dezelfde soort van elkaar scheiden

=

zuiveren

Mengsels en zuivere stoffen

Wat is geen zuivere stof?

1. drinkwater
2. waterstof
3. ijzer
4. suiker

Men laat grote ondiepe vijvers vol lopen met zeewater en de zon doet de rest. Per liter zeewater kun je zo ongeveer 28 gram zeezout winnen. 

= Indampen

Extraheren

Oplosbare stoffen worden gescheiden van niet-oplosbare stoffen

Wat is geen voorbeeld van Extraheren?

1. een laurierblad in pastasaus toevoegen
2. eieren bakken
3. thee zetten
4. koffie zetten

Een koolstofatoom

Welk deeltje bepaald de negatieve lading van een atoom?

1. molecuul
2. neutron
3. proton
4. elektron

Welke deeltjes bepalen de massa van een atoom?

1. elektron en neutron
2. proton en molecuul
3. neutron en proton
4. proton en elektron

Isotopen

Bijvoorbeeld Koolstof

Koolstof heeft meestal 6 protonen en 6 neutronen

Maar er bestaat ook koolstof met 6 protonen en 8 neutronen

Binas tabel 32

Weektaak

Lezen H7

Samenvatten H7

Maken Test-jezelf H7

Nakijken Test-jezelf H7