De ontkenning in het Frans

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

De ontkenning in het Frans

Nederlands: niet of geen

Frans: ne ......pas

ne ....... pas

Waar staat ne...pas?

ne staat voor de persoonsvorm en pas staat erachter.

Voorbeeld 1

Je chante une chanson.

Ik zing een lied.

Je ne chante pas une chanson.

Ik zing geen lied.

Voorbeeld 2

Il habite à Delft

Hij woont in Delft.

Il n' habite pas à Delft.

Hij woont niet in Delft.

Als de persoonsvorm begint met 

een klinker of stomme h, 

verandert ne in n' 

Onthoud

J'ai = eigenlijk je ai

C'est = eigenlijk ce est

Voorbeeld 3

C'est un garçon.

Het is een jongen.

Ce n' est pas un garçon.

Het is geen jongen.

Voorbeeld 4

J'ai un chat.

Ik heb een kat.

Je n' ai pas un chat.

Ik heb niet een kat.

Maak ontkennend:
Je parle très fort.

Maak ontkennend:
Je joue au tennis.

Maak ontkennend:
Je suis à Paris.

Maak ontkennend:
J'ai un chat.

Maak ontkennend:
J'aime Paris.

Maak ontkennend:
J'habite à Delft.

ik ga naar school

1. je vais à l'école
2. je vas à l'école
3. je va à l'école
4. je vont à l'école

jij gaat niet naar school

1. tu vas ne pas à l'école
2. tu ne pas vas à l'école
3. tu ne vas pas à l'école
4. tu vas pas à l'école

zij gaan niet naar de bioscoop

1. ils vont au cinéma
2. ils ne vont pas au cinéma
3. ils ne vont au cinéma
4. ils ne pas vont au cinéma

Tot slot

Er zijn nog andere ontkenningen dan ne...pas

ne...plus = niet meer

Je ne vais plus à la piscine. 

Ik ga niet meer naar het zwembad.

ne... jamais = nooit

Je ne mange jamais une orange.

Ik eet nooit een sinaasappel.

ne...rien = niets

Je mange une orange >> Je ne mange rien!

Ik eet een sinaasappel >> Ik eet niets!