introductie verstandelijke beperkingen

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

2. Je kunt groepen cliënten van andere groepen cliënten onderscheiden
2.1 Je kunt de groepen met mensen met ondersteuningsbehoeften- benoemen waarmee je te maken kunt krijgen in de praktijk., mensen met een verstandelijke beperking, 
2.2 Je kunt globaal de ondersteuningsbehoeften bij groepen mensen benoemen

Slide 2 - Diapositive

verstandelijk beperkten
Intro: normaal, wat is dat?
Afwijking, stoornissen en beperking'
criteria verstandelijk beperkt DSDMV
Syndroom van down
Fragiele X
FAS
Prader Willi


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Verschil tussen:

- Afwijking
-Stoornis
- Beperking

Slide 5 - Diapositive

Afwijking
Als je spreekt over een afwijking wordt er
onderscheid gemaakt tussen een
aangeboren afwijking en een
niet-aangeboren afwijking.
Een aangeboren afwijking ontstaat voor
de geboorte


Slide 6 - Diapositive

stoornis 
Een stoornis is een defect of het ontbreken van een orgaanfunctie of orgaan.


Slide 7 - Diapositive

Stoornissen

  • stem-, spraak-, en taalstoornis
  • orgaanstoornis
  • gehoor- en evenwichtsstoornis
  • gezichtsstoornis
  • stoornis in het bewegen
  • huid- en gevoelsstoornis

Slide 8 - Diapositive

Beperkingen
Een beperking is het gevolg van een stoornis.

  • Leren en toepassen van kennis
  • Communicatie
  • Mobiliteit
  • Zelfverzorging
  • Huishouden
  • Tussenmenselijke interacties en relaties
  • maatschappelijk/ participatie 

Slide 9 - Diapositive

Vormen beperkingen

  • Lichamelijke beperkingen

  • Verstandelijke beperkingen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat kunnen ze en wat kunnen ze aan?
Sociaal emotioneel en cognitief


Slide 12 - Diapositive

FILMPJES VOOR INZICHT​
13 min : ouders, grootouders en jongeren vertellen over hun ervaring met LVB​
Ingezet in amsterdam oost om kennis over te dragen ​
Bron: Jellinek


Kijkvragen:​​
Wanneer heeft de moeder voor eerst hulp gevraagd?​
Wat was de reden hiervan?​
Welke kwaliteiten worden genoemd door de verzorgers?​
Welk inzicht heb jij hiervan gekregen?​







Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Terugkoppeling vragen
Wie heeft wat gezien?

Slide 15 - Diapositive

FILMPJE 2
3 min: doormiddel van een VR bril ervaren verschillende mensen hoe het is om te leven met LVB​

Ingezet om betrokken bewust te laten worden hoe het is voor deze doelgroep​
Wegwijzer Jeugd en Veiligheid

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

criteria verstandelijk beperkten
 lichte verstandelijke beperking met een IQ tussen 50 en 70 
 matige verstandelijke beperking met een IQ tussen 35 en 50 
 ernstige verstandelijke beperking met een IQ tussen 20 en 35 
 zeer ernstige verstandelijke beperking met een IQ van onder de 20,

Slide 18 - Diapositive

ter vergelijking in leeftijd
licht: ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar
matig: ontwikkelingsleeftijd  4-7 jaar
 ernstig: ontwikkelingsleeftijd 3-5 jaar
zeer ernstig : ontwikkelingsleeftijd onder de 3 jaar

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Een combinatie van symptonen die bij een bepaalde ziektebeeld, afwijking of stoornis horen.​

Kenmerken:​
- uiterlijk​
- verstandelijk​
- motorisch​

Vaak verschillend per persoon maar hetzelfde in toekomst verwachtingen​
We bespreken de 4 syndromen die vaak voorkomen en een matige verstandelijke beperking tot gevolg hebben














Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Verdeling syndromen
Syndroom van Down: Willemijn en Lara / Isis en Danni
FAS: Meike, Tara en Maren / Gwen en Paulien
Fragiel X syndroom: Sven en Kieran
Prader Willie syndroom: Phaedra en Inge / Joep. Silke en Tieg

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Syndroom van Down
 ( trisomie 21 )
Uiterlijke kenmerken;
  • Scheve oogstand
  • Kleinere oren
  • Kleinere neus
  • Langere tong
  • Korte brede handen
  • Korte pink
  • kenmerkende viervinger handlijn

Slide 26 - Diapositive

Syndroom van Down
(trisomie 21)
Overige kenmerken die vaak voorkomen
  • Aangeboren hartafwijking
  • Verminderde weerstand
  • Afwijkingen aan gebit
  • Vervroegd verouderingsproces
  • vriendelijk en sociaal
  • algehele spierslapte

Slide 27 - Diapositive

Ondersteuning
Belangrijk de spieren te versterken: fysiotherapie
Mondmotoriek en spraak: logopedie
Instabiliteit in de hoge wervelkolom: kan pijn geven, kortademigheid, loopproblemen
Sociale ontwikkeling: kan gemakkelijk anderen imiteren
ongewenst gevolg hebben als zij probleemgedrag gaan imiteren

Slide 28 - Diapositive

Foetaal alcoholsyndroom
FAS

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Slide 33 - Lien

Kenmerken
Als je baby FAS heeft, dan kun je dat soms herkennen aan bepaalde lichamelijke kenmerken. Zo kan het hoofdje kleiner zijn dan dat van leeftijdsgenootjes. Ook is het mogelijk dat je baby bij de geboorte minder weegt dan een gezond kindje.

Verder kun je merken dat het gezicht van je kind een paar van deze kenmerken heeft:
kleine ogen
dunne bovenlip
plat neusgootje
vlak middengezicht
wipneus en lage neusbrug
smalle kin
Ook kan je kindje last hebben van klachten zoals:
moeite met zuigen en drinken
moeite met kauwen
moeite met leren lopen, zitten en staan
moeite met leren praten


Slide 34 - Diapositive

fragiel X

Slide 35 - Diapositive

Ondersteuning
Vroegtijdige onderkenning 
vanwege stabiele en veilige omgeving die het kind nodig heeft.
Ondersteuning waar het kind baat bij heeft
Hulp bij psychosociaal functioneren
woonsituatie
dagbesteding

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Vidéo

kenmerken Fragiele X
Een licht tot matige verstandelijke beperking.
25 % met autistische kenmerken o.a. fladderen
 
Langgerekt gezicht met grote of uitstekende oren,
 verlaagde spierspanning
Taalafwijkingen, waaronder een warrige, onsamenhangende spraak.

Slide 39 - Diapositive

Ondersteuning
Heeft veel last van oorontstekingen, plaatsen van buisjes
Kunnen snel angstig zijn: veiligheid bieden, voorspelbare omgeving
Niet wachten tot client initiatief neemt, zelf initiatief nemen
Bij gedragsproblemen: onderzoek of de oorzaak ligt bij een verhoogde gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels. Zorg dan voor meer rust.

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Prader willi

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

De eerste kenmerken van PWS zijn meestal snel na de geboorte te zien. 
In de eerste 12 maanden kun je PWS herkennen aan kenmerken en klachten als:

slappe spieren, weinig bewegen, moeite met drinken, veel slapen en ’s nachts niet wakker worden
niet of zwak huilen, laat leren lopen, staan en praten, laag gewicht bij de geboorte

Latere kenmerken
Vanaf het 4e levensjaar kun je merken dat je kind zich mentaal en lichamelijk langzamer ontwikkelt dan leeftijdgenoten. Bijvoorbeeld doordat het kleiner is dan leeftijdgenoten. Mogelijk heeft je kind verschillende klachten, zoals:
altijd honger en vaak ook overgewicht, platvoeten en naar binnen gedraaide enkels,
moeite met leren en praten, tijdens het slapen soms even stoppen met ademen: apneu, gedrag met kenmerken van ASS, zoals moeite om contact te maken met anderen of om met onverwachte veranderingen om te gaan

Niet alle mensen met PWS hebben dezelfde kenmerken en klachten.

Slide 44 - Diapositive

Ondersteuning
Regelmatig longinfecties: wees alert hierop
zorg voor gezonde voeding, voldoende slaap en beweging.
Bij onvoldoende slaap kan dit leiden tot ongelukken en valpartijen. Daarbij kan hij overdag erg moe zijn.
Gewicht is belangrijk om in de gaten te houden, regelmatig gewichtscontrole en diëtiste inschakelen, Gebitverzorging
Behoefte aan herkenbare en voorspelbare omgeving.
Eten achter slot en als ze bekent zijn met Pica (niet eetbare zaken opeten) dan moeten die spullen ook onbereikbaar zijn.

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive