Griekse polis - begrippen en herhaling 3.1 en 3.2

De Oude Grieken
Herhaling 3.1 en 3.2
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De Oude Grieken
Herhaling 3.1 en 3.2

Slide 1 - Diapositive

De Grieken verbouwden graan, druiven en olijven.
De Grieken verkochten wijn, olijfolie en aardewerk. Deze producten werden via de haven verhandeld.
Vrouwen waren ondergeschikt aan hun mannen. Alleen jongens gingen in de poleis naar school.
De Akropolis is het hoogste punt in de stad. Hier staan de belangrijkste tempels en is het in tijd van oorlog veilig.
De Agora
De polis Athene
Akropolis betekent 'hoogste deel van de stad'.
Het Parthenon was de tempel voor Athena

Slide 2 - Diapositive

welk Nederlandse woord is van het Griekse woord 'polis' afgeleid?
A
Pols
B
politie
C
politiek
D
politici

Slide 3 - Quiz

waarom was er in elke polis een 'akropolis'?
A
om goederen te verhandelen
B
Daar werden de legers getraind
C
daar kon je goed schuilen en verdedigen
D
vanaf daar werden de kolonies bestuurd

Slide 4 - Quiz

Marseille, Napels en Istanbul zijn allemaal....
A
steden in Griekenland
B
oude kolonies van Griekenland
C
poleis in Griekenland
D
steden langs de middellandse zee

Slide 5 - Quiz

bakker, metselaar, wever, schilder en scheepsbouwer zijn allemaal voorbeelden van het begrip...
A
Nijverheid
B
afzetgebied
C
geldeconomie
D
specerij

Slide 6 - Quiz

'bestuur waarbij burgers meebeslissen'.

Wat is de naam van deze bestuursvorm?
A
aristocratie
B
democratie
C
tirannie
D
aristocratie

Slide 7 - Quiz

Monarchie, Democratie, Tirannie of Aristocratie?
Volgens de Griekse filosoof Plato mogen alleen burgers met kennis van politiek een staat besturen
A
Monarchie
B
Democratie
C
Tirannie
D
Aristocratie

Slide 8 - Quiz

Monarchie, Democratie, Tirannie of Aristocratie?
In Nederland mogen de burgers iedere vier jaar stemmen tijdens de Tweede Kamer verkiezingen
A
Monarchie
B
Democratie
C
Tirannie
D
Aristocratie

Slide 9 - Quiz

Monarchie, Democratie, Tirannie of Aristocratie?
Een Raad van Oudsten met 28 leden, allen uit rijke families, besturen de polis
A
Monarchie
B
Democratie
C
Tirannie
D
Aristocratie

Slide 10 - Quiz

Monarchie, Democratie, Tirannie of Aristocratie?
Eén aristocraat weet met geweld alle macht naar zich toe te trekken en heerst voortaan alleen.
A
Monarchie
B
Democratie
C
Tirannie
D
Aristocratie

Slide 11 - Quiz

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Eerst monarchie, daarna democratie
B
Eerst aristocratie, daarna democratie
C
Eerst democratie, daarna monarchie
D
Eerst tirannie, daarna aristocratie

Slide 12 - Quiz

De Koning is hier de baas in het land
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tyrannie
D
Democratie

Slide 13 - Quiz

De regering van een groep aanzienlijken
A
Aristocratie
B
Monarchie
C
Stadsstaat
D
Tiran

Slide 14 - Quiz

Wat voor bestuursvorm heeft Nederland op dit moment?
A
dictatuur
B
aristocratie
C
democratie
D
tirannie

Slide 15 - Quiz

Hoe noemen we de regering van de adel (de rijken)?
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Oligarchie
D
Democratie

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het begrip: rechtspraak

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent het begrip: schervengericht

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent het begrip: maatschappij

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent het begrip: burger

Slide 20 - Question ouverte