Lezen - les 4: Hoofdzaken, kernzinnen, samenvatting - niveau 3/4

Week 4
  • Hoofdzaken en bijzaken
  • Samenvatting
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Week 4
  • Hoofdzaken en bijzaken
  • Samenvatting

Slide 1 - Diapositive

Vertel... Wat weet je al over de volgende begrippen?

hoofdzaken / bijzaken / kernzin

Slide 2 - Question ouverte

Hoofd- en bijzaken
  • Niet alle informatie in een geschreven of gesproken tekst is even belangrijk.
  • Informatie die echt belangrijk voor het tekstdoel is, noemen wij hoofdzaken.
  • Zonder deze informatie kun je de tekst niet begrijpen. Minder belangrijke informatie noem je bijzaken.


 

Slide 3 - Diapositive

Hoofdzaken
Hoofdzaken zijn belangrijk...
  • het onderwerp en alle belangrijke dingen die daarover worden gezegd
  • hoofdzaken in één zin --> hoofdgedachte

Je vindt ze:
  • Begin en einde van een tekst 
  • Kernzinnen (belangrijkste zin van een alinea)
  • Feiten of eigenschappen van het onderwerp
  • Geven antwoord op één of meer van de 5W/1H-vragen



 

Slide 4 - Diapositive

Bijzaken
Bijzaken kun je weglaten zonder dat de tekst onbegrijpelijk wordt. 

Bijzaken maken de tekst leuk of interessant om te lezen, maar geven geen belangrijke informatie over het onderwerp:
  • voorbeelden
  • grapjes
  • anekdotes
  • extra uitleg

Slide 5 - Diapositive

Kernzinnen
  • De hoofdmededeling van een alinea.
  • De rest is uitleg (uitwerking of een voorbeeld)
  • Een tekst kán meer kernzinnen hebben...
      (Soms moet je er (delen van) andere zinnen bijhalen voordat het helemaal duidelijk wordt.)

Plaats (begin of einde van een alinea):
  • eerste zin
  • tweede zin
  • laatste zin

Slide 6 - Diapositive

Even oefenen
  • Lees de tekst verkennend.
  • Wat is het onderwerp?

Slide 7 - Diapositive

Wat is het
onderwerp?

Slide 8 - Question ouverte

Hele tekst
Alleen 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is de kernzin
van alinea 1?
A
Elk jaar worden er weer veel valse eurobiljetten onderschept.
B
Het risico op het ontvangen van een vals biljet blijft echter erg laag.

Slide 11 - Quiz

Wat is de kernzin van alinea 2?
A
De eurobiljetten zijn door echtheidskenmerken goed beschermd tegen vervalsing.
B
Het blijft wel belangrijk dat ondernemers alert zijn en kennis hebben van de echtheids-kenmerken.

Slide 12 - Quiz

Wat is de kernzin van alinea 3?
A
In alle biljetten zijn echtheidskenmerken verwerkt.
B
Daardoor zijn echte biljetten te onderscheiden van vervalsingen.
C
De belangrijkste echtheidskenmerken van eurobiljetten zijn het watermerk, het hologram, het papier en de voelbare inkt.

Slide 13 - Quiz

Wat is de
hoofdgedachte?

Slide 14 - Question ouverte

En als je nu mag kiezen...
Wat is de hoofdgedachte?
A
Het risico dat je een vals biljet van iemand ontvangt is erg klein.
B
Het is belangrijk dat ondernemers alert zijn op de echtheids-kenmerken
C
In alle biljetten zijn echtheidskenmerken verwerkt.

Slide 15 - Quiz

En nu...
Samenvatten

Slide 16 - Diapositive

Samenvatting
van deze tekst
Vals geld
Elk jaar worden er weer veel valse eurobiljetten onderschept. 
Hoewel de eurobiljetten goed beschermd zijn tegen vervalsing, blijft het belangrijk dat ondernemers de echtheidskenmerken kennen. De belangrijkste echtheidskenmerken van eurobiljetten zijn het watermerk, het hologram, het papier en de voelbare inkt.

Bron: naar www.vakcentrum.nl


Slide 17 - Diapositive

Samenvatten
  1. Lees eerst de tekst helemaal door.
  2. Zet de kernzinnen onder elkaar en controleer of je geen informatie hebt gemist.
  3. Formuleer de kernzinnen in je eigen woorden en gebruik verbindings-woorden om de kernzinnen op elkaar te laten aansluiten.
     --> een goedlopend en duidelijk verhaal.
  4. Lees je samenvatting kritisch. Is het een logisch verhaal en begrijp je alles wat er staat?

Slide 18 - Diapositive

Verbindingswoorden

Het gevestigde bedrijf maakt winst. Het nieuwe bedrijf maakt verlies.

Slide 19 - Diapositive

Zelf oefenen

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag (25 min.)
  • Lees de tekst nauwkeurig en haal uit elke
      alinea de kernzin.
  • Schrijf deze kernzinnen onder elkaar en
      controleer of je nog belangrijke info mist.      Schrijf zo nodig nog wat extra zinnen over.
  • Maak van deze zinnen nu een goedlopende
      samenvatting
     (100-200 woorden) en zet er
      een titel boven.
  • Controleer je tekst (spelling, hoofdletters,
      interpunctie)
  • Inleveren: Teams > opdrachten

Slide 21 - Diapositive

Tot volgende week!
Denken jullie aan de woordenschatopdracht?
Het bestand waarin je je woorden kunt noteren staat in Teams.

Slide 22 - Diapositive