Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Fictie en non-fictie
Slide 1 - Diapositive
Wat is fictie ook alweer?
Fictie is verzonnen en non-fictie niet.
Voorbeelden van non-fictie: woordenboeken, reisgidsen, studieboeken, geschiedenisboeken.
Realistische fictie is fictie die echt gebeurd zou kunnen zijn.
Slide 2 - Diapositive
Ik weet wat er onder fictie en non-fictie wordt verstaan.
Ik kan fictie en non-fictie van elkaar onderscheiden.
Ik kan uitleggen hoe fictie en non-fictie zich verhouden tot de werkelijkheid.
Slide 3 - Diapositive
Fictie en non-fictie
Fictie: alles wat verzonnen is Realistisch: 'net als in het echt' bijvoorbeeld: Spijt van Carry Slee Niet-realistisch: 'onwerkelijk' en 'kan niet waar zijn' bijvoorbeeld Harru Potter van J.K. Rowling
Non-fictie: alles wat niet verzonnen is
Slide 4 - Diapositive
Fictie Wat is fictie?
A
Verzonnen verhalen
B
Biografie
C
Informatieve verhalen
D
Autobiografie
Slide 5 - Quiz
Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 6 - Quiz
Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 7 - Quiz
Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 8 - Quiz
Fictie of non-fictie?
Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 9 - Quiz
Fictie kan bestaan uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.