SCC: koppelteken en trema

Terugblik samenstellingen
Een samenstelling is:
Twee woorden die samen één begrip vormen. De woorden zijn 'aan elkaar geplakt'. (huis - huisbaas)

Een afleiding is een grondwoord waar een voor- of achtervoegsel aan toegevoegd is. (huis - huisje)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Terugblik samenstellingen
Een samenstelling is:
Twee woorden die samen één begrip vormen. De woorden zijn 'aan elkaar geplakt'. (huis - huisbaas)

Een afleiding is een grondwoord waar een voor- of achtervoegsel aan toegevoegd is. (huis - huisje)

Slide 1 - Diapositive

Trema (ëïö) kort samengevat

In sommige woorden schrijf je een trema. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt.

Het trema maakt duidelijk dat het om twee klinkers gaat,

en niet om één klank.


poëzie / beëindigen / reünie 

Slide 2 - Diapositive

Trema (ëïö) kort samengevat
Meervoud van woorden die eindigen op ie
klemtoon op de laatste lettergreep: + ën
klemtoon niet op de laatste lettergreep: "n
vb: calorie  - calorieën
kopie  - kopieën
bacterie  -  bacteriën
porie  -  poriën

Slide 3 - Diapositive

Koppelteken (-) kort samengevat

In sommige woorden schrijf je een koppelteken. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt. 

familie-uitje / auto-expert / maar knieoperatie

Het koppelteken schrijf je tussen twee delen van een samenstelling:


1. als de samenstelling verkeerd uitgesproken kan worden

2. in aardrijkskundige aanduidingen

3. voor of na een hoofdletter

4. na een cijfer, afkorting of symbool


Slide 4 - Diapositive

Waarom een trema?

geïnteresseerd
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 5 - Quiz

Waarom een trema?

hindoeïsme
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 6 - Quiz

Waarom
een koppelteken?

elite-eenheid
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 7 - Quiz

Waarom
een koppelteken?

Zuid-Europa
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 8 - Quiz

Waarom
een koppelteken?

%-teken
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 9 - Quiz

Waarom
een koppelteken?

domino-effect
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 10 - Quiz

Waarom
een koppelteken?

DNA-onderzoek
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 11 - Quiz

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Jasper heeft een filmpje over junkfood geupload naar YouTube.
_________

Slide 12 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Heb jij een eigen stereoinstallatie op jouw kamer?
_______________

Slide 13 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Hebben jullie nog ideeen voor het afscheid van Liz?
_______

Slide 14 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Jasmina's vader ging naar de BMWdealer voor een proefrit.
___________

Slide 15 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Mijn oma is sinds gisteren haar 65+kaart kwijt.
_________

Slide 16 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
De patienten moesten in de wachtruimte wachten.
__________

Slide 17 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Svens broer had rare fantasieen over de vakantie
___________

Slide 18 - Question ouverte

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Bij wiskunde moesten we het getal op de yas aan duiden.
____

Slide 19 - Question ouverte

Hoe schrijf je: drieentwintig
A
drie-en-twintig
B
drieëntwintig
C
drietwintig
D
drieeentwintig

Slide 20 - Quiz

Hoe schrijf je: onderzeeer
A
onderzeeeer
B
onderzeeër
C
onder-zeeër
D
onder-zee-er

Slide 21 - Quiz

Hoe schrijf je: astmaaanval
A
astmaanval
B
astmaáanval
C
astma-aanval
D
stamaanval

Slide 22 - Quiz