Les 3: intensief lezen

Lesplanning 
Lezen 
Aan de slag met les 3: intensief en lerend lezen 
Nieuwsquiz
timer
10:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesplanning 
Lezen 
Aan de slag met les 3: intensief en lerend lezen 
Nieuwsquiz
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij de term intensief lezen?

Slide 3 - Carte mentale

Intensief lezen
 Intensief lezen houdt in dat je de tekst nauwkeurig leest, zodat je weet waar de tekst precies over gaat.

Slide 4 - Diapositive

Waar denk je aan bij 'lerend' lezen?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Lerend lezen 
Lerend lezen houdt in dat je de tekst niet alleen heel goed leest, maar ook wilt onthouden. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat doe je als je de tekst niet begrijpt?

Slide 10 - Question ouverte

Wat doe je als je de tekst niet begrijpt?
  • Herlees de tekst (begin op een punt waar je de tekst nog wel begreep)
  • Lees vooruit (sla het stukje tekst dat je niet begreep over)
  • Lees langzamer 

Slide 11 - Diapositive

De hoofdgedachte

De hoofdgedachte is in één zin de hele tekst samengevat.


Het is het antwoord op de vraag: Waar gaat de gehele tekst precies over? Wat wil de tekst ons vertellen?

Slide 12 - Diapositive

Sleutelwoorden
Sleutelwoorden zijn woorden in een tekst die echt iets zeggen over de inhoud van de tekst. Dit zijn zelfstandig naamwoorden en werkwoorden. 

Sleutelwoorden zijn onmisbaar in een samenvatting. 

Slide 13 - Diapositive

Bij welk van de onderstaande situaties ga je intensief lezen?
A
Je leest een krant en wil een artikel over konijnen vinden.
B
Je maakt een werkstuk over duiven en leest een tekst over duiven.
C
Je leest een tekst en wil het onderwerp bepalen.
D
Je maakt een examen en moet de hoofdgedachte van de tekst bepalen.

Slide 14 - Quiz

Wat was stap 3 van het stappenplan intensief lezen?
A
Bepaal de hoofdgedachte
B
Lees verkennend
C
Lees globaal
D
Lees nauwkeurig

Slide 15 - Quiz

Als je een woord niet snapt, maar je hebt dit woord niet nodig voor het begrijpen van de hele tekst. Ga je dan de betekenis proberen te achterhalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Wat is een hoofdgedachte?
A
Het onderwerp van de tekst
B
In één zin samengevat waar de tekst precies over gaat
C
De inhoud van de tekst
D
Dat wat de schrijver ons wil leren

Slide 17 - Quiz

Zelfstandig werken 

  • Les 3: maak opdracht 1 t/m 7 en opdracht 10 
  • Kijk de opdrachten na 
  • Lees nog even uit je boek tot het tijd is 

Huiswerk: maandag 13 november les 3: 1 t/m 7 en opdracht 10

Slide 18 - Diapositive