Mijn vrije tijd - activiteiten

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Mijn vrije tijd

De school

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

de vrije tijd

De tijd als je geen school of werk hebt.

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

de activiteit

Iets wat je kan doen in je vrije tijd

fietsen, zwemmen, wandelen

Wat doe je graag in je vrije tijd?

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

bezoeken

Ergens naar toe gaan

de bezoeker

Iemand naar een attractie gaat

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

het zwembad

het pretpark

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

het zwembad

het pretpark

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

de dierentuin

de kinderboerderij

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

de speeltuin

het museum

Omgeving

Alles in de beurt van waar je woont

het park

de natuur

De bioscoop

Dit dier woont in een .....

1. dierentuin
2. kinderboerderij

Dit dier woont in een .....

1. dierentuin
2. kinderboerderij

Dit dier woont in een .....

1. dierentuin
2. kinderboerderij

Dit dier woont in een .....

1. dierentuin
2. kinderboerderij

1. Het zwembad
2. Het pretpark
3. De dierentuin
4. Het museum

1. Het zwembad
2. Het pretpark
3. De dierentuin
4. Het museum

1. het pretpark
2. de bioscoop
3. de dierentuin
4. het museum

1. Het zwembad
2. Het pretpark
3. De dierentuin
4. Het museum

1. Het zwembad
2. Het pretpark
3. De dierentuin
4. Het museum

Welke activiteit vind je leuk?

kleine activiteit

grote activiteit

speeltuin

dierentuin

pretpark

het park

kinderboerderij

Wat is ' vrije tijd '?

1. Bijvoorbeeld zwemmen, fietsen, wandelen
2. Wanneer je geen school of werk hebt.

Wat is de activiteit?

1. Veel sporten
2. Bijvoorbeeld zwemmen, fietsen, wandelen.

In mijn vrije tijd ga ik graag naar een pretpark. 

Dat vind ik een leuke activiteit.

Dat is  niet in de buurt.

Ik ga er met de bus naar toe.

In de buurt is wel een speeltuin.

Hier kom ik niet vaak. 

In mijn vrije tijd ga ik graag naar een zwembad.

Dat vind ik een leuke activiteit.

Dat is wel in de buurt.

Ik ga er met de fiets naar toe.

In de buurt is ook een kinderboerderij.

Hier kom ik ook vaak. 

In mijn vrije tijd ga ik graag naar _____________.

Dat vind ik een _______ activiteit.

Dat is ______ in de buurt.

Ik ga er __________ naar toe.

In de buurt is ook een __________________.

Hier kom ik ___________.