3.3 seizoenen

1.1 §3.3 Seizoenen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

1.1 §3.3 Seizoenen

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je kunnen/kennen?

  • Je kunt het ontstaan van seizoenen uitleggen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Ontstaan van seizoenen 
Naast deze weer- en klimaatfactoren hebben we nog te maken met het feit:
- dat de wereld om zijn as draait (in bijna 24 uur) 
- om de zon draait (in bijna 365 dagen) 
Dit maakt alles nog een klein beetje complexer. 

Slide 4 - Diapositive

Ontstaan seizoenen

De aarde maakt twee bewegingen:
  • In 24 uur draait de aarde om zijn as:
    gevolg: dag en nacht 
  • In een jaar draait de aarde één keer om de zon: gevolg: seizoenen 

Slide 5 - Diapositive

Dag en Nacht niet overal even lang

Op lage breedte (evenaar) weinig verschil 

Op hoge breedte (polen) veel verschil

Slide 6 - Diapositive

Hoge breedte
Lage breedte
korte afstand tot de zon
Lage zonnestand
Kleine schaduw
Groot oppervlak verwarmen

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Als de aardas recht zou staan, zouden de seizoenen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Als de aardas recht zou staan, zouden dag en nacht even lang zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Wanneer zie je het juiste seizoen afgebeeld staan voor Nederland?
 zomer
herfst
winter
zon
Lente

Slide 12 - Question de remorquage

Seizoenen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive


De ......................... ligt op de hoge breedte zowel op het noordelijk als het zuidelijk halfrond. 
Als de zon boven de ...............................................staat, is het op het zuidelijk halfrond de langste dag. 
Als de zon boven de .........................staat, in het overal op de aarde even lang licht als donker. 
Nadat de zon op de .........................................heeft gestaan, worden de dagen op het noordelijk halfrond weer korter. 
Kreeftskeerkring
Steenbokskeerkring
Poolcirkel 
Evenaar 

Slide 16 - Question de remorquage

Aan het werk
  • Lees §3.3 door!
    (blz. 139)
  • Check eerst of je alles begrijpt
  • Maak §3.3 vraag 6 en 7

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Op lage breedte heb je seizoenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Wat ontstaat er door de draaiing van de aarde om de zon?
A
Winden
B
Neerslag
C
Seizoen (jaargetijden)
D
Dag en nacht

Slide 20 - Quiz

Op welk deel is het warmer
A
Nummer 1
B
Nummer 2

Slide 21 - Quiz


Hoe                          de breedtegraad, hoe  


Hoe                          op de berg, hoe



Kleiner
Kouder
Hoger
Warmer

Slide 22 - Question de remorquage

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz