Les 2.4.2. Neurologische uitval + insult

Triage DA

Neurologische uitval
Insult 


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Triage DA

Neurologische uitval
Insult 


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ziet de les er uit? 
- Terugblik vorige les
- Vragen uit de voorbereiding?
- Doornemen neurologische uitval en insult
- Oefenvragen met urgenties
- Casus oefenen
- Huiswerk 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik vorige les
Circulatie
Vaatlijden

Slide 3 - Diapositive

Zijn er hierover nog vragen?

Docent stelt controle vragen:
- Welke informatie moet je altijd doorgeven als je het vergiftigingencentrum belt?
- Welke huishoudelijke middelen zijn onschuldig als ze per ongeluk worden ingenomen?
- Wat voor soort vragen stel jij in een dreigende situatie?


Voorkennis
Wat weet je over het thema neurologie?


Heb je al eens meegeluisterd bij een 
gerelateerde  ingangsklacht?

Slide 4 - Diapositive

Vragen inventariseren - na afloop evalueren of dit voldoende aan bod is gekomen
Wat komt er in jou op bij
het begrip
neurologische uitval?

Slide 5 - Carte mentale

Bij neurologische uitval kan er sprake zijn van uitval van:
Motoriek - verlamming
Gevoel - verdoofd/tintelingen
Gehoor
Gezichtsvermogen
Spraak

Neurologische uitval kennen we vooral van een CVA (ook wel beroerte genoemd) 

In digitale versie triagewijzer: Motorische uitval, parese (spierzwakte/verlamming) of afasie (moeite met spreken en woorden vinden) , maar ook coördinatiestoornissen (=ataxie - denk aan 'dronkemansloop' ) 

Waarvoor staat de afkorting CVA?
Ken je ook een ander woord hiervoor?

Slide 6 - Question ouverte

Bij neurologische uitval denken we vaak aan en CVA (dit hoeft niet altijd de oorzaak te zijn) 
Er is maar één soort CVA/beroerte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Herseninfarct - arteriële afsluiting
Hersenbloeding (bloedig CVA) 
Bloeding of afsluiting (infarct)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je ook waar de afkorting TIA voor staat?
Wat is het verschil met een CVA?

Slide 9 - Question ouverte

LET OP! iedere TIA is een CVA tot het tegendeel bewezen is - je gaat dus niet eerst 24 uur afwachten!!
Kun jij de FAST-test uitleggen?
- Waarvoor staat de afkorting?
- Hoe kun je dit uitvragen?
- Moeten alle onderdelen afwijkend zijn om van neurologische uitval te spreken?

Slide 10 - Diapositive

Face - gezicht - hangt er een mondhoek af? Je kunt patiënt vragen om met de tanden bloot te lachen 

Arms - is er uitval van kracht in de armen? - laat patiënt beide armen voor zich uitsteken

Speech - hoe is de spraak van patiënt? Dubbele tong? Onsamenhangend? brabbelend? 

Time - Hoe lang zijn de klachten al aanwezig? 

Wanneer 1 onderdeel afwijkend is en dit is recent ontstaan gaan we uit van een CVA
In het Nederlands: "mond - spraak - arm - beroertealarm"

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het van belang om te weten hoe lang de klachten al aanwezig zijn?
Bij U1 zie ik <12 uur en bij U2 zie ik >12 uur...?

Slide 12 - Question ouverte

Dit heeft te maken met de behandeling van een herseninfarct. 
Trombolyse: medicijnen die het stolsel op kan lossen kan tot 12 uur worden toegepast.
(in de boeken staat nog korter of langer dan 6 uur - de digitale versie houdt 12 uur aan als verschil tussen U1 en U2) 

Tot 24 uur nieuwe behandeling --> intra arteriële trombolyse

Tot 24 uur evt. ook trombectomie (via katheter het stolsel verwijderen) 
Je ziet in de triagewijzer dat je ook neurologische uitval kunt krijgen door een hernia. Wat weet jij van een hernia?

Slide 13 - Carte mentale

HNP hernia nuclei pulposi - tussenwervelschijf puilt uit - oefent daardoor druk uit op een zenuwwortel - dit geeft uitstralende pijn.

Ezelsbruggetje - pijn van een hernia neemt toe bij Hoesten, Niezen, Persen (HNP...)

Wanneer de druk op de zenuwwortel groter wordt kan dit leiden tot zenuwbeschadiging en neurologische uitval --> gevoelsstoornis of krachtsverlies

Bij nekhernia - neurologische uitval in de armen
Bij rughernia - neurologische uitval in de benen
Neurologische uitval door hernia: U3 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere oorzaken van neurologische uitval
Neurologische uitval kan ook worden veroorzaakt door andere ziektebeelden. Soms is het moeilijk om dit te onderscheiden van een CVA:

- Hersentumor (of metastasen) 
- Parese van Bell 

Slide 15 - Diapositive

Voornaamste verschillen met CVA:

Hersentumor/metastase --> klachten ontstaan geleidelijk, waar ze bij een CVA veel sneller ontstaan

Parese van Bell: 
-Onschuldige aangezichtsverlamming, herstelt vaak spontaan

-Oorzaken o.a. oorontsteking, herpes zoster/simplex-virus, ziekte van Lyme, complicatie operatie, schedelletsel

-Verschil met CVA: bij CVA alleen spieren rondom mond verlamd, bij perifere facialisparese de hele gezichtshelft – wenkbrauwen niet meer fronsen, oog niet meer sluiten, mond niet bewegen

Insult

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat komt er in je op wanneer
je denkt aan het begrip
insult?

Slide 17 - Carte mentale

Insult: plotselinge bewusteloosheid gepaard gaande met trekkingen, vaak met tongbeet, schuim op de mond en urineverlies. Duurt enkele minuten
Oorzaken van een insult
Oorzaken van een insult kunnen zijn:
- Epilepsie 
- Koortsstuip
- Schedeltrauma
- ALTE 
- Alcohol/drugs gebruik 

Slide 18 - Diapositive

Epilepsie: aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden

Koortsstuip: (6 mnd-5 jaar) Begin van koortsperiode, als temp snel oploopt. - trekkingen van armen/benen - enkele minuten

Schedeltrauma: insult bij recent schedeltrauma kan op hersenschade duiden

ALTE: Aparent Life Threatening Event (0-2 jaar) plotseling optredend - bleek, slap, blauw --> kind moet door ouders sterk gestimuleerd worden

Alcohol/drugs: bij verschillende soorten drugs of overmatig alcoholgebruik kunnen er ook insulten optreden
Oefenen met urgenties
Sluit je boek en/of digitale versie van de triagewijzer

Probeer uit je hoofd antwoord te geven op de vragen

Kun je de urgenties plaatsen? 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke urgentie zet je in?
Man (39) heeft zojuist een insult gehad, duurde enkele minuten (trekkingen, schuim op mond) Niet bekend met epilepsie. Insult is nu voorbij. Geen drugs/alcohol gebruikt.
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 20 - Quiz

U2, niet bekend met epilepsie, insult voorbij. Spoed is geboden 
Wat valt er onder een U1 urgentie bij insult?
A
ALTE en jonger dan 2 jaar
B
Koortsstuip, stuip voorbij leeftijd < 6 mnd
C
Aanhoudend/repeterend insult
D
Alcohol/drugs gebruikt

Slide 21 - Quiz

Alle andere antwoorden zijn U2 urgentie
Bij een insult moet je als volgt handelen:
'Leg patiënt neer, stop iets in zijn/haar mond. Voorkom dat patiënt zich kan bezeren. Wanneer patiënt na trekkingen nog bewusteloos is: stabiele zijligging'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Onjuist, je mag niets in de mond van de patiënt stoppen. (dit werd vroeger wel gedaan) 
Peter belt over zijn vrouw: Haar mond hangt helemaal scheef aan de rechterkant en ze praat raar...een uur geleden was dit nog niet zo. Jij:
A
Geeft advies om dit nog even aan te zien, mogelijk een TIA, dit gaat binnen 24 uur over
B
Maakt een afspraak over enkele uren
C
Stuurt de huisarts op spoedvisite
D
Stuurt gelijk een ambulance

Slide 23 - Quiz

U1 urgentie, neurologische uitval (niet door een hernia) < 12 uur - mvr. kan een CVA hebben. 
Marije is bekend met een hernia in haar nek. Nu heeft ze het gevoel dat ze in haar linkerarm minder kracht heeft. Jij:
A
Maakt een afspraak binnen een uur voor Marije
B
Stuurt een ambulance naar Marije toe, ze heeft immers neurologische uitval
C
Maakt met Marije een afspraak binnen enkele uren
D
Stelt Marije gerust, deze klachten horen bij een hernia en gaan vanzelf over

Slide 24 - Quiz

U3 urgentie - neurologische uitval door hernia
Welke van de volgende antwoorden hoort bij urgentie U2?
A
Coördinatiestoornis langer dan 12 uur, korter dan 24 uur
B
Coördinatiestoornis korter dan 12 uur
C
Neurologische uitval i.c.m. stollingsstoornis
D
Neurologische uitval door hernia

Slide 25 - Quiz

Antwoord B en C zijn U1 urgenties
Antwoord D is U3 
Aan de slag!

Speel de door jou geschreven casussen uit met een klasgenoot. 

Slide 26 - Diapositive

Denk aan je leerdoel (n.a.v. feedback midiproeve) 
Geef elkaar gericht feedback
Maak het elkaar niet te makkelijk
Vul ook een SOEP formulier in
Denk aan een emotie

Huiswerk
Maak expertcolleges Neurologische uitval en Insult 

Voorbereiden + casus schrijven: 
armklachten + beenklachten + trauma extremiteit (= herhaling) 

3 onderwerpen in 1 les - bereid dit écht goed voor!!

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions