Onregelmatige werkwoorden op -ir

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Vervoeg het werkwoord sortir in de présent

Vervoeg het werkwoord dormir in de présent

Vervoeg het werkwoord sentir in de présent

Vervoeg het werkwoord servir in de présent

Vervoeg het werkwoord sentir in de passé composé

Wat zijn de uitgangen van de imparfait?

1. ais, ait, ait, ions iez, aient
2. ais, ais, ait, ions, iez, aient
3. ais, ais, ait, ions, iez, iont
4. ais, ait, ait, ions, ies, iont

Vervoeg het werkwoord partir in de imparfait

Wat zijn de uitgangen van de futur?

1. ai, as, a, ons, ez, ont
2. ai, as, a, ons, ez, ent

Wat is de stam van de futur?

1. het hele werkwoord -tir of -mir
2. het hele werkwoord

Vervoeg het werkwoord dormir in de futur

Sentir - futur du passé

Je sentirais

Tu sentirais

Il sentirait

Nous sentirions

Vous sentiriez

Ils / Elles sentiraient

Wat is de stam van de futur du passé?

1. het hele werkwoord
2. het hele werkwoord -tir of -mir

Welke uitgangen gebruik je voor de futur du passe?

1. Dezelfde als voor de présent
2. Dezelfde als voor de futur
3. Dezelfde als voor de imparfait

Vervoeg servir in de futur du passé

Maak opdracht 16 (a,b,c) en voeg een foto toe