wk 4 i-uur: feit en mening oefenen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

wk 4 i-uur, klas 1: 

feit en mening oefenen

WISBORDJES

Leerdoel

Ik kan in historische bronnen feiten en meningen onderscheiden.

feit - mening

 Feit / mening

Feit: Iets dat we kunnen controleren.

Mening: Iets wat een persoon vindt.

Feit of mening?

De Romeinen hadden flatgebouwen

1. Feit
2. Mening

''Ik vind de Romeinen erg vervelend.'' Is deze uitspraak een feit of een mening?

1. Feit
2. Mening

Een stamhoofd van de Britten zei over de Romeinen:
Roven, moorden, plunderen, dat noemen ze met mooie woorden ‘besturen’ en als er niets en niemand meer over is, dan hebben ze het over ‘vrede’.

Samen oefenen:

Een schrijver uit de derde eeuw over de Christenen

En nu zijn ze verbaasd dat de stad al jarenlang al die rampen te verduren krijgt, als een soort ziekte. Dat komt, omdat Asclepius en de andere goden hier weg zijn. Nu Jezus hier vereerd wordt, is er niets meer te merken van hulp van de goden voor onze stad.

Porphyrios, Tegen de christenen, midden derde eeuw

Feit: dat de stad al jarenlang al die rampen te verduren krijgt, als een soort ziekte.

Mening: Dat komt, omdat Asclepius en de andere goden hier weg zijn. Nu Jezus hier vereerd wordt, is er niets meer te merken van hulp van de goden voor onze stad.

Feit of Mening? Toen Caesar merkte dat hij aan alle kanten met dolken werd aangevallen, trok hij zijn toga over zijn hoofd en met zijn linkerhand ook over zijn benen, zodat hij er netjes bij zou liggen. In deze houding werd hij drieëntwintig keer gestoken. Alleen bij de eerste dolkstoot kreunde hij, zonder een woord. Maar toen Marcus Brutus op hem afkwam, heeft hij volgens sommige mensen in het Grieks gezegd: ‘Ook jij, m’n jongen?’. Suetonius, De vergoddelijkte Caesar, rond 120 n. Ch

Oefenen feit - mening

Toen Caesar merkte dat hij aan alle kanten met dolken werd aangevallen, trok hij zijn toga over zijn hoofd en met zijn linkerhand ook over zijn benen, zodat hij er netjes bij zou liggen. In deze houding werd hij drieëntwintig keer gestoken. Alleen bij de eerste dolkstoot kreunde hij, zonder een woord. Maar toen Marcus Brutus op hem afkwam, heeft hij volgens sommige mensen in het Grieks gezegd: ‘Ook jij, m’n jongen?’.

Suetonius, De vergoddelijkte Caesar, rond 120 n. Ch

Feiten. De schrijver geeft alleen weer wat er gebeurde.

Oefenen feit - mening

De wijsgeer over Julius Ceasar

Hier hebben we te maken met een man wiens ambitie het was de koning te worden van het Romeinse volk, en hij heeft iets bereikt. Als iemand beweert dat zo’n verlangen moreel juist is, dan is hij gek, want een voorstander van de dood van recht en vrijheid, en vindt hij dat de gruwelijke en verwerpelijke onderdrukking daarvan roemvol is.

Naar: Cicero, De Officis, 3.83, oktober 44 v. Chr

Meningen want er staat niet in wat Caesar deed, maar hoe de schrijver over hem en wie het met hem eens is denkt.

Oefenen feit - mening

Caesar schrijft over Gallische bestuurders.

Het is bekend dat lichtzinnige en kortzichtige lieden zich vaak door valse geruchten laten afschrikken, zich tot belangrijke daden laten drijven en beslissingen nemen van het hoogste belang. Zij verzwijgen wat hun goed dunkt en delen het volk slechts mee wat zij nuttig vinden.

Naar: Caesar, De bello Gallico, rond 45 v. Chr

Mening. Caesar geeft zijn mening over hoe bestuurders doen.

Leerdoel

Ik kan in historische bronnen feiten en meningen onderscheiden.

Voor mij zijn de leerdoelen behaald

😒🙁😐🙂😃