2D 10.4 Periodiek verband

Hoofdstuk 10
Verbanden
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 10
Verbanden

Slide 1 - Diapositive

Programma van de les
Herhaling paragraaf 10.1, 10.2 & 10.3

Uitleg paragraaf 10.4 

Aan het werk! 

Slide 2 - Diapositive

Hoort er bij deze tabel een lineair verband? Zo ja, leg uit waarom

x
0
1
2
3
4
5
y
100
98
96
94
92
90

Slide 3 - Question ouverte

Geeft het startgetal en hellingsgetal
x
0
1
2
3
4
y
3
18
33
48
63
A
Hellingsgetal (a) = 3 Startgetal (b) = 0
B
Hellingsgetal (a) = 5 Startgetal (b) = 3
C
Hellingsgetal (a) = 15 Startgetal (b) = 3
D
Hellingsgetal (a) = 3 Startgetal (b) = 15

Slide 4 - Quiz

Geef het startgetal en hellingsgetal

x
5
10
15
20
25
30
y
13
23
33
43
53
63
A
Hellingsgetal (a) = 10 Startgetal (b) = 13
B
Hellingsgetal (a) = 10 Startgetal (b) = 10
C
Hellingsgetal (a) = 2 Startgetal (b) = 13
D
Hellingsgetal (a) = 2 Startgetal (b) = 3

Slide 5 - Quiz

Wat kan je nog vertellen over kwadraten?

Slide 6 - Question ouverte

Welke vorm heeft de grafiek?
A
Dal parabool
B
Berg parabool

Slide 7 - Quiz

Sleep de formule naar de juiste parabool

Slide 8 - Question de remorquage

Wat voor grafiek zie je?
A
omgekeerd evenredig verband
B
wortel verband
C
periodieke verband

Slide 9 - Quiz

Welk verband hoort er bij de volgende formule?

(4x+3)
A
Lineair verband
B
Kwadratisch verband
C
Wortel verband
D
Weet ik niet

Slide 10 - Quiz

Doel van de les 
  • Je kan een periodiek verband herkennen
  • Je kent het begrip periode.
  • Je kan aan de hand van grafieken herkennen om welk verband het gaat. 

Slide 11 - Diapositive

Paragraaf 10.4
Een grafiek die steeds uit dezelfde stukjes bestaat heet een periodieke grafiek. Er is dan sprake van een periodiek verband. 

De lengte van 1 stukje noem je de periode


Slide 12 - Diapositive

Paragraaf 10.4
Hier zie je een voorbeeld van een periodiek verband: een reuzenrad wat steeds ronddraait.

Het hoogste punt noem je
het maximum en het laagste
punt het minimum

Slide 13 - Diapositive


Deze grafiek gaat over de stoeltjes van een reuzenschommel.
Hoeveel seconden is een periode?
Zet alleen een getal, geen eenheid erbij.

Slide 14 - Question ouverte

Hoe hoog is de maximale hoogte?
Zet er geen eenheid bij.

Slide 15 - Question ouverte

Bereken de hoogte van de stoeltjes na 34 seconden.
Geef alleen het antwoord, zonder eenheid. Zet er wel je berekening bij.

Slide 16 - Question ouverte

2. Welke grafiek is lineair?
     A                         B
A
A
B
B
C
A en B
D
allebei niet

Slide 17 - Quiz

3. Hoort deze tabel bij een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee
C
geen idee

Slide 18 - Quiz

Welk verband hoort bij welke grafiek?
1


Lineair verband
Kwadratisch verband
Wortelverband
Periodiek verband

Slide 19 - Question de remorquage

Sleep naar de juiste grafiek.

Slide 20 - Question de remorquage

Aan het werk
Maak de opgaven bij de GT paragraaf van hoofdstuk 10. 
G1 tm G5
Lees de theorie van blz. 146 goed door. 

De eerst 10 minuten zs, daarna zachtjes overleg in de rij. 
Klaar? laten zien en nakijken en begin aan de samenvatting



Slide 21 - Diapositive