Gotiek

Herhaling
Romaanse kunst
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling
Romaanse kunst

Slide 1 - Diapositive

Apsis
Arcade
Kooromgang
Narthex
Zijbeuk
Middenschip
Viering
Koor
Straalkapellen
Dwarsschip

Slide 2 - Question de remorquage

Romaans
  • Zware bouw, ronde bogen
  • Beeldhouwkunst onderdeel van de architectuur
  • Anatomie niet belangrijk weergaven mens
  • Opkomst reliekenverering
  • Christendom
  • Opdrachtgever: de kerk
Abdij van Maria Laach

Slide 3 - Diapositive

Examen vraag

Slide 4 - Diapositive

Antwoordt

Slide 5 - Diapositive

Examenvraag

Slide 6 - Diapositive

Antwoordt

Slide 7 - Diapositive

                  GOTIEK
1100 - 1400

Slide 8 - Diapositive

Gotiek
  • 1100 - 1400
  • Ontstaan in Frankrijk.
  • Door toenemende welvaart andere maatschappij dan in Romaanse periode:  dorpen groeien uit tot stadjes met handel, gilden, geld (i.p.v. ruilhandel) en burgerij. 
  • Naast Christelijke ook profane kunst.
  • Naam afgeleid van Goten (barbaars). In eigen tijd: "opus modernum" of "opus francigenum".   

Slide 9 - Diapositive

Bouwkunst
  • Wedijver tussen steden: steeds mooiere en hogere kathedralen. 
  • Steden herkenbaar aan kerktorens, alles speelt zich in en rondom de kerk af. 
  • Verder (brandgevaarlijke) houten huizen, vaak zonder glas in vensters.  
  • Bouw van een kathedraal duurt jaren, alles is handwerk. Betaald van belastingen, aflaten en schenkingen. Als het geld op is stopt de bouw een tijdje.
  • Nederland baksteen, Frankrijk natuursteen.


Sint-Jan in Den Bosch

Slide 10 - Diapositive

Gotische kathedraal
  • Verticaal karakter met hoge torens.
  • Dankzij kruisribgewelven minder zware muren nodig: skeletbouw
  • Ruimte voor grote ramen, o.a. roosvensters
  • Grondplan ongewijzigd: Latijns kruis.
  • Spitsbogen (kunnen meer druk hebben dan rondbogen).  
  • Uitbundig gedecoreerd. 

Slide 11 - Diapositive

Stadhuis Leuven 
1439 -  1469
Dom van Milaan
1386 - 1950 (!)
Notre-Dame van Parijs
1163-1345

Slide 12 - Diapositive

hoog
 licht
kruisrib-gewelf
ramen met maaswerk
skeletbouw
spitsbogen
bundelpijlers

Slide 13 - Diapositive

Steunberen en luchtbogen met pinakels.  

Slide 14 - Diapositive

Glas-in-lood
  • Licht symboliseert god. 
  • Glas-in lood en brandschilderen. 
  • Goddelijk (paars) licht door overheersend   blauw en rood glas.
  • Polychroom. 
  • Roosvensters. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

ROMAANS
GOTIEK
GEWELFBOUW
DUNNERE MUREN
DIKKE MUREN
SPITSBOGEN
RONDBOGEN
GROTE VENSTERS
KLEINE VENSTERS
KRUISRIBGEWELF
SKELETBOUW
TONGEWELF
HORIZONTAAL GEBOUWD
VERTICAAL GEBOUWD
STEUNBEREN
PINAKEL
LUCHTBOGEN
GESLOTEN, LOMP, LOG
OPEN EN SIERLIJK

Slide 17 - Question de remorquage

Beeldhouwkunst
  • Steeds minder onderdeel van architectuur.
  • Losser en ruimtelijker.
  • Van symbolisch naar dramatisch.
  • Steeds meer emotie.
  • Steeds realistischer, met lichaamsdelen onder de gewaden. 
  • Plooival in kleding wordt soepeler. 

Slide 18 - Diapositive

Vroege Gotiek
Stijf en symbolisch
Late Gotiek
Realistisch, invloed Oudheid

Slide 19 - Diapositive

S-curve

Slide 20 - Diapositive

Vrijstaande beelden
rouwende 

steeds meer emotie

polychrome houten beelden

Slide 21 - Diapositive

pilaarfiguren in zuil
los van zuil, meer vrijstaand
emotieloos
meer emoties zoals lachen of lijden
statisch, strak, bewegingloos
dynamischer, houding losser
plooien ter decoratie
lossere plooien

Slide 22 - Question de remorquage

Schilderkunst
  • Altaarstukken: op paneel geschilderde   Bijbelse vertellingen 
  • Van symbolisch naar meer realistisch. 
  • Ruimte-uitbeelding steeds echter (diepte      i.p.v. stapeling). 
  • Langzaam ook meer emotie. 
  • Gaandeweg vaker in eigen tijd en eigen       omgeving geplaatst. 
Vroege Gotiek: effen, gouden achtergrond met langwerpige figuren. 

Slide 23 - Diapositive

Omgekeerd perspectief
Verhalend moment met details en landschap steeds belangrijker.

Slide 24 - Diapositive

Gaandeweg meer 
 samenhang in het tafereel
en meer naturalisme.

Slide 25 - Diapositive

Perspectivische vertekening

Slide 26 - Diapositive

Gebroeders van Limburg,- "Getijdenboek", 1380-1390

Slide 27 - Diapositive

Laat Gotische schilderkunst
  • Door welvaart nu ook burgerlijke   opdrachtgevers. 
  • O.a. portretten in Bijbelse taferelen en     losse portretten. 
  • Symboliek
  • Realisme
  • Aandacht voor detail
  • Olieverf in plaats van tempera
  • Voor het eerst gesigneerd:                                     geen ambacht, maar kunst. 
Jan van Eyck

Slide 28 - Diapositive

Vlaamse primitieven
  • Groep schilders in de Zuidelijke   Nederlanden
  • 15e en begin 16e eeuw
  • o.a. Jan van Eyck en Rogier v.d. Weijden
  • Overgang tussen Gotiek en Renaissance
  • Olieverf
  • Nauwkeurige waarneming => realisme 
  • Aandacht voor achtergrond
Jan van Eyck, "Lam Gods", 1432
Eerste naakten sinds Oudheid

Slide 29 - Diapositive

Welke vernieuwingen zie je op dit schilderij? 
Rogier van der Weijden "Kruisafneming"
 1432-1435 

Slide 30 - Diapositive

Jeroen Bosch, "Tuin der Lusten", 1503 - 1515
  • Originele, eigen beeldtaal vol monsters, fantasiewezens en branden.
  • Religieuze onderwerpen en symboliek. 
  • Zou als "geniale kunstenaar" in de Renaissance passen.  

Slide 31 - Diapositive

Giotto di Bondone, "Verkondiging aan de heilige Anna", 1303 - 1305
  • Breekt met wetten van middeleeuwse weergave
  • Menselijker, perspectivische pogingen, plasticiteit
  • Zichtbare werkelijkheid wordt weer gegeven
  • Begin van de Renaissance

Slide 32 - Diapositive