Klassendeutsch

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Guten Tag!

Lied zu Ende?

- du sitzt still auf deinem Platz 

- dein Buch und Heft liegen auf dem Tisch

- deine Schultasche steht neben dem Tisch

Wie geht's dir?

Mir geht's prima.

Mir geht's gut.

Mir geht's nicht gut.

Ich habe Angst.

Mir ist kalt.

Mir ist warm.

Ich bin müde.

Mir geht's sehr gut. 

Ich freue mich auf das Wochenende.

Was machen wir heute?

- Klassendeutsch

- Eindopdracht

- online opdrachten maken

- Wie heißt du?

- Wie alt bist du?

- Wo wohnst du?

- Hast du Geschwister?

Geef antwoord op minimaal een van deze vragen in een volledige Duitse zin: 

Herhaling uit Kapitel 1: 

Wie sagt man das auf Deutsch?

Blijf oefenen op Quizlet "Klassensprache". 

Zie Link op Classroom

Wat doe je nu?

de eindopdracht van Kapitel 6

Tijd: 20 min.

Klaar: Woordjes stampen

Basisregel der-, die- en das-woorden

Er zijn verschillende manieren om te zien of een zelfstandig naamwoord een der, die of das woord is: 

Hausaufgaben:

Quizlet "Klassendeutsch" lernen 

Ik ken 3 zinnen "Klassensprache"

😒🙁😐🙂😃

Ik weet wat het huiswerk is

😒🙁😐🙂😃

Ik vind het fijn dat we Duits praten

😒🙁😐🙂😃

fdhshfh

Ik weet hoe en waar ik online "Klassendeutsch" kan oefenen

😒🙁😐🙂😃

Ik ken genoeg woorden om in de klas Duits te kunnen praten

😒🙁😐🙂😃

hngfhjgjhgj