Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Vervoegen regelmatig werkwoord in de tegenwoordige tijd + voltooid deelwoord
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
FEESTTENTEN-REGEL
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
FEESTTENTEN-REGEL
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt regelmatige werkwoorden in het Duits vervoegen.
Je kunt het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden maken.
Slide 2 - Diapositive
Hoofdregel (
fe
esttenten)
fe-
ich
spiel
e
du
spiel
st
er / sie / es
spiel
t
wir
spiel
en
ihr
spiel
t
sie / Sie
spiel
en
Slide 3 - Diapositive
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en
Slide 4 - Question de remorquage
Uitzondering
ich
heiß
e
du
heiß
t
er / sie / es
heiß
t
wir
heiß
en
ihr
heiß
t
sie / Sie
heiß
en
Als de stam van een werkwoord op een s-klank eindigt krijg je bij de du-vorm alleen een -t (in plaats van -st)
Slide 5 - Diapositive
Du (reisen)
A
reisst
B
reist
C
reisest
Slide 6 - Quiz
Nog een uitzondering
Als de stam van een werkwoord eindigt op een -d of een -t zet je bij drie vormen een -e tussen de stam en de uitgang.
du red
e
st
er/sie/es red
e
t
ihr red
e
t
Slide 7 - Diapositive
Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL
Slide 8 - Diapositive
Ich ...... einen Brief (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben
Slide 9 - Quiz
Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst
Slide 10 - Quiz
....... Susanne auch ins Kino? (gehen)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen
Slide 11 - Quiz
Ihr .... viel zu viel! (reden)
A
redt
B
redest
C
redet
D
redst
Slide 12 - Quiz
Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen
Slide 13 - Quiz
Wie .... du? (heißen)
A
heißt
B
heißst
C
heißest
Slide 14 - Quiz
Siehst du das Kind? Es ... seine Eltern. [suchen]
Slide 15 - Question ouverte
Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]
Slide 16 - Question ouverte
Wir ... einkaufen.
[gehen]
Slide 17 - Question ouverte
Er ... jeden Tag eine Stunde.
[boxen]
Slide 18 - Question ouverte
Het voltooid deelwoord van de
regelmatige werkwoorden
Slide 19 - Diapositive
Voltooid deelwoord
Ge + stam + t
machen
stam =
mach
ge + mach + t
= gemacht
hele ww
hele ww - en
ich habe gemacht
Slide 20 - Diapositive
Het voltooid deelwoord van kaufen is...
A
gekaufd
B
gekauft
C
gekaufent
D
gekaufend
Slide 21 - Quiz
Het voltooid deelwoord van wohnen is...
A
gewohnd
B
gewohnt
C
gewohnent
D
gewohntd
Slide 22 - Quiz
Het voltooid deelwoord van leben is...
A
gelebd
B
geliebt
C
gelebt
D
geleben
Slide 23 - Quiz
Het voltooid deelwoord van kochen is...
A
gekochet
B
gekocht
C
gekochen
D
gekochd
Slide 24 - Quiz
Het voltooid deelwoord van tanzen is...
A
getanzen
B
getanzt
C
getanzd
D
getanzed
Slide 25 - Quiz
Het voltooid deelwoord van kosten is...
A
gekostet
B
gekosten
C
gekost
D
gekosted
Slide 26 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van lernen
Slide 27 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van spielen?
Slide 28 - Question ouverte
haben en sein
Om een een voltooid deelwoord in een zin te maken heb je ook altijd een vorm van
haben
of
sein
nodig.
Weet je deze werkwoorden nog?
Slide 29 - Diapositive
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
habst
habben
Slide 30 - Question de remorquage
Het werkwoord sein
timer
1:00
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie /
S
ie
Ich bin
(voltooid deelwoord).
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
gewesen
Slide 31 - Question de remorquage
De vorm van
haben
of
sein
verandert met het onderwerp mee. Het voltooid deelwoord blijft altijd hetzelfde.
Ich habe Nudeln gekocht.
Sie hat Nudeln gekocht.
Wir haben Nudeln gekocht.
Habt ihr Nudeln gekocht?
Slide 32 - Diapositive
Nu jij!
Zet de zin in het voltooid deelwoord
Ik koche Nudeln.
Slide 33 - Question ouverte
Wir kaufen ein Auto.
Slide 34 - Question ouverte
Sie reden zu laut.
Slide 35 - Question ouverte
En? Snap je het al (een beetje)?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 36 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Haben + sein + zwak ww
Janvier 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
Haben und Sein, Persoonlijk voornaamwoord, Feesttenten regel,
Mars 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Haben, sein, werden tegenwoordige tijd
Septembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Haben, sein, werden tegenwoordige tijd
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
3T les 4 het voltooid deelwoord
Août 2021
- Leçon avec
47 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Haben und Sein, Persoonlijk voornaamwoord, Feesttenten regel,
Janvier 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Vr 8-09-23 herhaling klas 2 haben/sein/werden + voltooid deelwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woe 6-09-23 herhaling klas 2 haben/sein/werden + voltooid deelwoord
Septembre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3