Zomaar een dag (1)

1 / 22
suivant
Slide 1: Vidéo
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Zomaar een dag (1)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel

Ik kan de dagdelen van de dag op volgorde benoemen en koppelen aan tijd.

Slide 3 - Diapositive

Een dag

Een dag bestaat uit 24 uur.

Dus... de kleine wijzer moet 2x langs 12 gekomen zijn!

Slide 4 - Diapositive

Een dag
Bestaat uit 4 dagdelen

Nacht
Ochtend
Middag
Avond

Slide 5 - Diapositive

Begin van de dag.....
De dag begint altijd in de nacht!

Om 12 uur of 24:00 begint de nacht.

De nacht duurt 6 uur lang

Slide 6 - Diapositive

Dan wordt het............
Ochtend!

Om 6 uur of 06:00 begint de ochtend.

De ochtend duurt 6 uur lang!

Slide 7 - Diapositive

Daarna is het.....
Middag!
Let op de analoge klok begin opnieuw!

Om 12 uur of 12:00 begint de middag.
De middag duurt 6 uur lang!

Slide 8 - Diapositive

Daarna is het.............
Avond 
De dag eindigt met de avond.

Om 6 uur of 18:00 begint de avond.

De avond duurt 6 uur lang!

Slide 9 - Diapositive

Dus

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Laten we even oefenen!

Slide 12 - Diapositive

Wat is het eerste dagdeel van de dag?
A
Avond
B
Nacht
C
Ochtend
D
Middag

Slide 13 - Quiz

Hoeveel dagdelen zijn er?
A
Vier
B
Drie
C
Twee
D
Vijf

Slide 14 - Quiz

Zet in de goede volgorde
middag- nacht- avond - ochtend

Slide 15 - Question ouverte

Wat volgt na de middag?
A
Nacht
B
Ochtend
C
Avond

Slide 16 - Quiz

Welke tijd is voor de nacht?
A
Tussen 24:00 en 06:00
B
Tussen 12:00 en 18:00
C
Tussen 18:00 en 24:00
D
Tussen 06:00 en 12:00

Slide 17 - Quiz

Welke tijd is voor de avond?
A
Tussen 24:00 en 06:00
B
Tussen 12:00 en 18:00
C
Tussen 18:00 en 24:00
D
Tussen 06:00 en 12:00

Slide 18 - Quiz

Wat hebben we geleerd

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Snappet
Rekenen - groep 4 - werkpakket - 
Les tijden die horen bij nacht, ochtend, middag en avond.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive